Language of document : ECLI:EU:C:2014:205





Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 27 maart 2014 – Polyelectrolyte Producers Group e.a./Commissie

(Zaak C‑199/13 P)

„Hogere voorziening – Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering – Verordening (EG) nr. 1907/2006 (REACH-verordening) – Beperking ten aanzien van het op de markt brengen en het gebruik van acrylamide – Verordening (EU) nr. 366/2011 tot wijziging van bijlage XVII bij verordening (EG) nr. 1907/2006”

1.                     Harmonisatie van wetgevingen – Registratie, beoordeling en autorisatie van chemische stoffen – Verordening nr. 366/2011 tot wijziging van de REACH‑verordening – Instelling van beperkingen met betrekking tot acrylamide – Beoordelingsbevoegdheid van de instellingen van de Unie – Omvang – Rechterlijke toetsing – Grenzen (Verordening nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, bijlage XVII; verordening nr. 366/2011 van de Commissie, art. 1) (cf. punt 26)

2.                     Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal – Niet-ontvankelijkheid – Toetsing door het Hof van de beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal – Uitgesloten, behoudens geval van onjuiste opvatting (Art. 256, lid 1, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea) (cf. punten 34, 35, 52)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 1 februari 2013, Polyelectrolyte Producers Group e.a./Commissie (T‑368/11), houdende verwerping van een beroep tot nietigverklaring van verordening (EU) nr. 366/2011 van de Commissie van 14 april 2011 tot wijziging van verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) (PB L 101, blz. 12), voor zover daarbij beperkingen zijn gesteld ten aanzien van het op de markt brengen van acrylamide voor voegwerk

Dictum

1)

De hogere voorziening wordt afgewezen.

2)

Polyelectrolyte Producers Group, SNF SAS en Travetanche Injection SPRL worden verwezen in de kosten.

3)

Het Koninkrijk der Nederlanden draagt zijn eigen kosten.