Language of document :

Beroep ingesteld op 23 maart 2018 – Europese Commissie / Republiek Polen

(Zaak C-206/18)

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J. Samnadda, J. Hottiaux, G. von Rintelen, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Polen

Conclusies

vaststellen dat de Republiek Polen door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het online gebruik ervan op de interne markt1 , althans door deze bepalingen in elk geval niet aan de Commissie mee te delen, de krachtens artikel 43 van deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen;

de Republiek Polen overeenkomstig artikel 260, lid 3, VWEU vanaf de dag waarop in deze zaak uitspraak wordt gedaan een dwangsom opleggen van 87 612 EUR per dag, vanwege het niet-nakomen van haar verplichting tot mededeling van maatregelen ter omzetting van richtlijn 2014/26/EU, en

de Republiek Polen verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Op grond van artikel 43, lid 1, van richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het online gebruik ervan op de interne markt waren de lidstaten verplicht uiterlijk 10 april 2016 de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in te voeren die nodig zijn om aan die richtlijn te voldoen. Zij dienden de Commissie hiervan onverwijld in kennis te stellen.

Op 22 november 2017 heeft de Republiek Polen drie bestaande wetten aan de Commissie medegedeeld, welke richtlijn 2014/26/EU slechts gedeeltelijk omzetten. Aangezien de Republiek Polen nog niet alle nodige bepalingen in de Poolse wetgeving heeft opgenomen, noch deze bepalingen in werking heeft doen treden, heeft de Commissie de zaak aanhangig gemaakt bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Met haar beroep vordert de Commissie dat aan de Republiek Polen een dwangsom wordt opgelegd van 87 612 EUR per dag met ingang van de dag waarop in deze zaak uitspraak wordt gedaan. Bij de vaststelling van dit bedrag is rekening gehouden met de ernst van de niet-nakoming, de duur van de niet-nakoming en de noodzaak van een afschrikkende werking.

____________

1 PB 2014, L 84, blz. 72.