Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice (England & Wales), Queen’s Bench Division (Administrative Court) (Verenigd Koninkrijk) ingediend op 30 mei 2016 – American Express Co. / The Lords Commissioners of Her Majesty’s Treasury

(Zaak C-304/16)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

High Court of Justice (England & Wales), Queen’s Bench Division (Administrative Court)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: American Express Co.

Verwerende partij: The Lords Commissioners of Her Majesty’s Treasury, Diners Club International Limited, MasterCard Europe S.A.

Prejudiciële vragen

Is de bepaling in de artikelen 1, lid 5, en 2, punt 18, van verordening (EU) 2015/7511 (hierna: „verordening”) dat een driepartijenbetaalkaartschema dat samen met een co-branding partner of via een agent op kaarten gebaseerde betaalinstrumenten uitgeeft als een vierpartijenbetaalkaartschema wordt beschouwd, alleen van toepassing voor zover de co-brandingspartner of de agent optreedt als de „uitgever” in de zin van artikel 2, punt 2, en overweging 29 van de verordening (namelijk ingeval die partner of agent een contractuele relatie onderhoudt met de betaler, op grond waarvan hij zich ertoe verbindt aan de betaler een betaalinstrument te verschaffen om de op kaarten gebaseerde betalingstransacties van de betaler te initiëren en te verwerken?

Indien het antwoord op de eerste vraag ontkennend luidt, zijn de artikelen 1, lid 5, en 2, punt 18, van de verordening ongeldig voor zover zij bepalen dat dergelijke regelingen als vierpartijenbetaalkaartschema’s worden beschouwd, op grond van

schending van de motiveringsplicht overeenkomstig artikel 296 VWEU;

een kennelijke beoordelingsfout, en/of

schending van het evenredigheidsbeginsel?

____________

1 Verordening (EU) 2015/751 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende afwikkelingsvergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingstransacties (PB L 123, blz. 1).