Language of document :

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 28 april 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte di Appello di Trento - Italië) - Strafzaak tegen Hassen El Dridi alias Karim Soufi

(Zaak C-61/11 PPU)1

(Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht - Richtlijn 2008/115/EG - Terugkeer van illegaal op grondgebied verblijvende onderdanen van derde landen - Artikelen 15 en 16 - Nationale regeling die bepaalt dat gevangenisstraf wordt opgelegd aan illegaal op grondgebied verblijvende onderdanen van derde landen die weigeren te voldoen aan bevel om grondgebied van lidstaat te verlaten - Verenigbaarheid)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Corte di Appello di Trento

Partij in de strafzaak

Hassen El Dridi alias Karim Soufi.

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing - Corte di Appello di Trento - Uitlegging van de artikelen 15 en 16 van richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348, blz. 98) - Terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen - Voorwaarden voor inbewaringstelling met het oog op verwijdering - Rechtstreekse toepasselijkheid - Nationale wetgeving die voorziet in een gevangenisstraf van één tot vier jaar voor de onderdaan van een derde land die na kennisgeving van een verwijderingsbevel zijn illegaal verblijf op het nationale grondgebied voortzet

Dictum

Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven, in het bijzonder de artikelen 15 en 16 ervan, moet aldus worden uitgelegd dat deze zich verzet tegen een regeling van een lidstaat als in het hoofdgeding aan de orde, krachtens welke aan een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land een gevangenisstraf wordt opgelegd op de enkele grond dat die persoon, in strijd met een bevel om het grondgebied van die staat binnen een bepaalde termijn te verlaten, zonder geldige reden zijn verblijf op dat grondgebied voortzet.

____________

1 - PB C 113 van 9. 4. 2011.