Language of document :

Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 24 januari 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Symvoulio tis Epikrateias - Griekenland) - Stanleybet International Ltd (C-186/11), William Hill Organization Ltd (C-186/11), William Hill plc (C-186/11), Sportingbet plc (C-209/11)/Ypourgos Oikonomias kai Oikonomikon, Ypourgos Politismou

(Gevoegde zaken C-186/11 en C-209/11)

(Artikelen 43 en 49 EG - Nationale regeling die uitsluitend recht voor uitwerking, beheer, organisatie en exploitatie van kansspelen verleent aan een enkele onderneming met rechtsvorm van beursgenoteerde naamloze vennootschap - Reclame voor kansspelen en uitbreiding in andere lidstaten van Europese Unie - Staatstoezicht)

Procestaal: Grieks

Verwijzende rechter

Symvoulio tis Epikrateias

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Stanleybet International Ltd (C-186/11), William Hill Organization Ltd (C-186/11), William Hill plc (C-186/11), Sportingbet plc (C-209/11)

Verwerende partijen: Ypourgos Oikonomias kai Oikonomikon, Ypourgos Politismou

in tegenwoordigheid van: Organismos prognostikon agonon podosfairou AE (OPAP)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing - Symvoulio tis Epikrateias Athina - Uitlegging van de artikelen 49 en 56 VWEU (artikelen 43 en 49 EG) - Nationale regeling die, met het doel kansspelen te beperken, het uitsluitende recht tot de uitwerking, het beheer, de organisatie en de exploitatie van kansspelen verleent aan een enkele onderneming, met de rechtsvorm van een beursgenoteerde naamloze vennootschap - Reclame voor kansspelen door deze onderneming en uitbreiding van haar activiteiten naar andere lidstaten van de Unie

Dictum

De artikelen 43 EG en 49 EG moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling zoals die in het hoofdgeding, die het uitsluitende recht om kansspelen uit te werken, te beheren, te organiseren en te exploiteren aan een enkele instelling verleent, enerzijds, wanneer die regeling niet daadwerkelijk ertoe strekt de gelegenheden tot spelen te verminderen en de activiteiten op dit gebied op samenhangende en stelselmatige wijze te beperken en, anderzijds, wanneer een strikt toezicht door de publieke autoriteiten op de expansie van de kansspelsector, voor zover deze noodzakelijk is voor de bestrijding van aan die spelen verbonden criminaliteit, niet wordt gewaarborgd. Het staat aan de verwijzende rechter na te gaan of dit het geval is.

Indien de nationale regeling inzake de organisatie van kansspelen onverenigbaar is met de Verdragsbepalingen over de vrijheid van dienstverrichting en de vrijheid van vestiging, mogen de nationale autoriteiten zich tijdens een overgangsperiode niet onthouden van de behandeling van vergunningaanvragen in de kansspelsector zoals die welke aan de orde zijn in het hoofdgeding.

In omstandigheden zoals die in het hoofdgeding mogen de bevoegde nationale autoriteiten de vergunningaanvragen voor de organisatie van kansspelen die bij hen worden ingediend, beoordelen op grond van het niveau van bescherming van de consument en van de maatschappelijke orde dat zij willen waarborgen, maar moeten zij dat doen aan de hand van objectieve en niet-discriminerende criteria.

____________

1 - PB C 186 van 25.06.2011. PB C 194 van 02.07.2011.