Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 10 augustus 2017 – Verbraucherzentrale Berlin eV / Unimatic Vertriebs GmbH

(Zaak C-485/17)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Verbraucherzentrale Berlin eV

Verwerende partij: Unimatic Vertriebs GmbH

Prejudiciële vragen

Is een beursstand in een hal die door een handelaar wordt gebruikt voor de verkoop van zijn producten gedurende een beurs die enkele dagen per jaar plaatsvindt, een onverplaatsbare ruimte voor detailhandel in de zin van artikel 2, punt 9, onder a), van richtlijn 2011/83/EU1 of een verplaatsbare ruimte voor detailhandel in de zin van artikel 2, punt 9, onder b), van richtlijn 2011/83/EU?

Voor het geval dat deze een verplaatsbare ruimte voor detailhandel vormt:

Is het ter beantwoording van de vraag of een handelaar zijn activiteiten „gewoonlijk” op beursstands uitvoert, bepalend

hoe de handelaar zijn activiteiten organiseert, dan wel

of de consument rekening moet houden met de totstandkoming van een overeenkomst inzake de betrokken goederen op de concrete beurs?

Voor het geval dat bij het antwoord op de tweede vraag de zienswijze van de consument doorslaggevend is (vraag 2 b):

Moet ter beantwoording van de vraag of de consument rekening moet houden met de totstandkoming van een overeenkomst inzake de betrokken goederen op de beurs in kwestie, worden gekeken naar hoe de beurs wordt gepresenteerd dan wel welke feitelijke indruk de consument van de beurs heeft op het ogenblik dat hij de overeenkomst aangaat?

____________

1 Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 85/577/EEG en van richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB 2011, L 304, blz. 64).