Language of document :

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 6 december 2012 - AstraZeneca AB, AstraZeneca plc / Europese Commissie, European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations (EFPIA)

(Zaak C-457/10 P)

(Hogere voorziening - Mededinging - Misbruik van machtspositie - Markt voor geneesmiddelen tegen maagzweren - Misbruik van procedures voor verlenen van aanvullende beschermingscertificaten voor geneesmiddelen en van vergunningprocedures voor in handel brengen van geneesmiddelen - Misleidende verklaringen - Intrekking van vergunningen voor op markt brengen - Hindernissen voor in handel brengen van generieke geneesmiddelen en voor parallelimport)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirantes: AstraZeneca AB, AstraZeneca plc (vertegenwoordigers: M. Brealey QC, M. Hoskins QC, D. Jowell, Barrister en F. Murphy, Solicitor)

Andere partijen in de procedure: Europese Commissie (vertegenwoordigers: F. Castillo de la Torre, É. Gippini Fournier en J. Bourke, gemachtigden), European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations (EFPIA) (vertegenwoordiger: M. Van Kerckhove, advocaat)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer - uitgebreid) van 1 juli 2010, AstraZeneca/Commissie (T-321/05), houdende gedeeltelijke nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 15 juni 2005 inzake een procedure op grond van artikel 82 van het EG-Verdrag en artikel 54 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/A.37.507/F3 - AstraZeneca), waarbij een geldboete van 60 miljoen EUR aan rekwirantes is opgelegd wegens het misbruik dat zij van het octrooisysteem en de procedures voor het in de handel brengen van farmaceutische producten hebben gemaakt om te voorkomen dat concurrerende generieke producten op de markt zouden komen of om dit af te remmen - Bepaling van de markt - Uitlegging van artikel 19 van verordening (EEG) nr. 1768/92 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen

Dictum

De principale en de incidentele hogere voorziening worden afgewezen.

AstraZeneca AB en AstraZeneca plc worden verwezen in de kosten van de principale hogere voorziening.

De European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations (EFPIA) wordt verwezen in de kosten van haar incidentele hogere voorziening en draagt haar eigen kosten in verband met de principale hogere voorziening.

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten in verband met haar incidentele hogere voorziening.

____________

1 - PB C 301 van 06.11.2010.