Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 25 september 2015 door AGC Glass Europe, AGC Automotive Europe, AGC France, AGC Flat Glass Italia Srl, AGC Glass UK Ltd en AGC Glass Germany GmbH tegen het arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 15 juli 2015 in zaak T-465/12, AGC Glass Europe e.a./Europese Commissie

(Zaak C-517/15 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirantes: AGC Glass Europe, AGC Automotive Europe, AGC France, AGC Flat Glass Italia Srl, AGC Glass UK Ltd en AGC Glass Germany GmbH (vertegenwoordigers: L. Garzaniti, A. Burckett St Laurent en F. Hoseinian, advocaten)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

Rekwirantes verzoeken het Hof:

om vernietiging van het arrest van het Gerecht van 15 juli 2015 in zaak T-465/12, AGC Glass Europe SA e.a./Europese Commissie;

om nietigverklaring van besluit C(2012) 5719 final van de Commissie van 6 augustus 2012 (litigieus besluit), houdende gedeeltelijke afwijzing van AGC’s verzoek om vertrouwelijke behandeling van bepaalde informatie die in de beschikking in zaak COMP/39.125 – Autoglas is vermeld, en subsidiair om terugverwijzing van de zaak naar het Gerecht, en

om verwijzing van de Europese Commissie in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirantes voeren ter ondersteuning van hun hogere voorziening de volgende drie middelen en de volgende argumenten aan:

1.    Het Gerecht heeft ten onrechte geoordeeld dat de raadadviseur-auditeur krachtens besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures1 niet bevoegd is om te beoordelen of het vertrouwens- en het gelijkheidsbeginsel in acht zijn genomen. Bovendien heeft het Gerecht de feiten onjuist voorgesteld, aangezien het heeft verklaard dat de raadadviseur-auditeur rekwirantes’ argumenten in verband met het vertrouwens- en het gelijkheidsbeginsel heeft beoordeeld.

2.    Het Gerecht heeft ten onrechte geconcludeerd dat het litigieuze besluit niet in strijd is met het vertrouwens- en het gelijkheidsbeginsel. Aangezien rekwirantes de enige clementieverzoekers waren, mochten zij op goede gronden verlangen dat hun vertrouwelijke informatie niet werd gepubliceerd, aangezien een dergelijke publicatie derden in staat zou stellen om te achterhalen wie bij de Commissie zelfbelastende verklaringen had afgelegd in het kader van het clementieprogramma.

3.    Het bestreden arrest is ontoereikend gemotiveerd wat de bevoegdheid van de raadadviseur-auditeur en de toepasselijkheid van het vertrouwens- en het gelijkheidsbeginsel betreft. Derhalve is het Gerecht tekortgeschoten in de plicht die is neergelegd in artikel 296 VWEU en de artikelen 36 en 53 van het Statuut van het Hof van Justitie. In het bijzonder heeft het Gerecht niet aangegeven waarom het is afgeweken van de vaste rechtspraak waarnaar rekwirantes verwijzen.

____________

1 PB L 275, blz. 29.