Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de High Court (Ierland) op 27 november 2017 – M.A., S.A., A.Z. / The International Protection Appeals Tribunal, The Minister for Justice and Equality, Attorney General, Ierland

(Zaak C-661/17)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

High Court (Ierland)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: M.A., S.A., A.Z.

Verwerende partijen: International Protection Appeals Tribunal, Minister for Justice and Equality, Attorney General, Ierland

Prejudiciële vragen

Moet een nationaal besluitvormingsorgaan dat belast is met de overdracht aan het Verenigd Koninkrijk van een persoon die om bescherming verzoekt op grond van verordening nr. 604/20131 , bij de beoordeling van kwesties die verband houden met de discretionaire bevoegdheid van artikel 17 en/of kwesties die verband houden met de bescherming van de grondrechten in het Verenigd Koninkrijk, de omstandigheden ten tijde van die beoordeling die voortvloeien uit de voorgenomen terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk, buiten beschouwing laten?

Strekt het begrip „lidstaat die met het bepalen van de verantwoordelijke lidstaat is belast” in verordening nr. 604/2013 zich uit tot de rol van de lidstaat die de bevoegdheid uitoefent die bij artikel 17 van die verordening wordt toegekend of in deze bepaling wordt erkend?

Strekken de taken van een lidstaat krachtens artikel 6 van verordening nr. 604/2013 zich uit tot de bevoegdheid die bij artikel 17 van de verordening is toegekend of in die bepaling is erkend?

Is het begrip „daadwerkelijk rechtsmiddel” van toepassing op een initiële beslissing op grond van artikel 17 van verordening nr. 604/2013, zodat daartegen beroep of een gelijkwaardig rechtsmiddel moet kunnen worden ingesteld, en/of zodat de nationale wettelijke regeling waarbij wordt voorzien in een beroepsprocedure tegen een initiële beslissing op grond van de verordening, aldus moet worden uitgelegd dat zij ook de mogelijkheid biedt om op te komen tegen een besluit op grond van artikel 17?

Leidt artikel 20, lid 3, van verordening nr. 604/2013 ertoe dat indien geen bewijs voorhanden is waardoor het vermoeden kan worden weerlegd dat het in het belang van het kind is dat zijn of haar situatie wordt geacht onlosmakelijk te zijn verbonden met die van de ouders, het besluitvormingsorgaan niet verplicht is het belang van het kind te beoordelen als een kwestie die losstaat van de zaak van de ouders of dat belang tot uitgangspunt te nemen voor de beoordeling of de overdracht moet plaatsvinden?

____________

1 Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB 2013, L 180, blz. 31).