Language of document : ECLI:EU:C:2014:2370

Zaak C‑443/13

Ute Reindl

tegen

Bezirkshauptmannschaft Innsbruck

(verzoek van de Unabhängige Verwaltungssenat in Tirol om een prejudiciële beslissing)

„Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van de wetgevingen op het gebied van sanitair toezicht – Verordening (EG) nr. 2073/2005 – Bijlage I – Microbiologische criteria voor levensmiddelen – Salmonella in vers pluimveevlees – Niet-naleving van de microbiologische criteria die is vastgesteld in het stadium van de distributie – Nationale regeling die voorziet in sancties voor een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die uitsluitend in het stadium van de detailhandel actief is – Verenigbaarheid met het Unierecht – Doeltreffende, afschrikkende en evenredige sanctie”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 13 november 2014

1.        Landbouw – Harmonisatie van de wetgevingen op het gebied van sanitair toezicht – Vers pluimveevlees – Bestrijding van salmonella en andere door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers – Verplichting te voldoen aan de microbiologische criteria voor levensmiddelen – Omvang

(Verordening nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1086/2011, bijlage II, E, punt 1; verordening nr. 2073/2005 van de Commissie, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1086/2011, punt 1 van de considerans en bijlage I, hoofdstuk 1, rij 1.28)

2.        Landbouw – Harmonisatie van de wetgevingen op het gebied van sanitair toezicht – Vers pluimveevlees – Bestrijding van salmonella en andere door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers – Verplichting te voldoen aan de microbiologische criteria voor levensmiddelen – Nationale regeling waarbij een sanctie wordt opgelegd aan een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die uitsluitend in het stadium van de detailhandel actief is – Toelaatbaarheid – Voorwaarde – Evenredigheid van de sanctie – Beoordeling door de nationale rechter

(Verordening nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad, art. 17, lid 2; verordening nr. 2073/2005 van de Commissie, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1086/2011, bijlage I, hoofdstuk 1, rij 1.28)

1.        Bijlage II, E, punt 1, bij verordening nr. 2160/2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1086/2011, moet aldus moet worden uitgelegd dat vers pluimveevlees van in bijlage I bij die verordening genoemde dierpopulaties in alle stadia van de distributie, óók dat van de detailhandel, moet voldoen aan het microbiologische criterium van bijlage I, hoofdstuk 1, rij 1.28, bij verordening nr. 2073/2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1086/2011.

Een fundamentele doelstelling van de levensmiddelenwetgeving, namelijk het verzekeren van een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid, als vermeld in punt 1 van de considerans van verordening nr. 2073/2005, wordt namelijk ondermijnd wanneer vers pluimveevlees niet in alle stadia van de distributie, waaronder dat van de detailhandel, zou moeten voldoen aan dat microbiologische criterium, aangezien levensmiddelen in de handel zouden worden gebracht die micro-organismen bevatten in dusdanige hoeveelheden dat er een onaanvaardbaar risico voor de menselijke gezondheid ontstaat.

(cf. punten 28, 30, dictum 1)

2.        Het Unierecht, in het bijzonder verordening nr. 178/2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden, en verordening nr. 2073/2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1086/2011, moet aldus worden uitgelegd dat het zich in beginsel niet verzet tegen een nationale regeling die aan een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die zich uitsluitend bezighoudt met de distributie van levensmiddelen met het oog op het in de handel brengen ervan, een sanctie oplegt wegens de niet-naleving van het in bijlage I, hoofdstuk 1, rij 1.28, bij verordening nr. 2073/2005 vermelde microbiologische criterium. Het staat aan de nationale rechter te beoordelen of de sanctie voldoet aan het evenredigheidsbeginsel bedoeld in artikel 17, lid 2, van verordening nr. 178/2002.

Ingeval het sanctiestelsel een stelsel van objectieve aansprakelijkheid is, is een dergelijk stelsel als zodanig niet onevenredig aan de nagestreefde doelstellingen wanneer het voor de betrokkenen een stimulans kan vormen om een verordening na te leven en de nagestreefde doelstellingen een algemeen belang vertegenwoordigen dat de invoering van een dergelijk stelsel kan rechtvaardigen.

(cf. punten 36, 37‑42, 44, dictum 2)