Language of document :

Beroep ingesteld op 29 december 2007 - Marcuccio / Commissie

(Zaak F-146/07)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Luigi Marcuccio (Tricase, Italië) (vertegenwoordiger: G. Cipressa, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Voorwerp en beschrijving van het geding

Beroep ingesteld in verband met de afwijzing door de verwerende partij van verzoekers verzoek om een onderzoek in te stellen of af te sluiten met betrekking tot het feit dat verzoeker op 29 oktober 2001 in de dienstruimten van de delegatie van de Europese Commissie in Angola, waar hij destijds als ambtenaar van de verwerende partij werkzaam was, tijdens werktijd toevallig in contact is gekomen met een wit poeder van onbekende aard, en om hem alle informatie te verstrekken over wat er met het monster van dat poeder is gebeurd alsmede over de procedure voor de bewaring ervan en de toegang ertoe.

Ter onderbouwing van zijn betoog betreffende de afwijzing van het verzoek door de verwerende partij voert verzoeker de drie volgende middelen aan: 1) volledig ontbreken van motivering, ook wegens gebrek aan logica, tegenstrijdigheid, onredelijkheid en het verwarrende en misleidende karakter ervan alsmede het ontbreken dan wel het ontoereikende karakter van het onderzoek; 2) ernstige en kennelijke schending van het recht; 3) schending van de bijstandsplicht en het beginsel van behoorlijk bestuur.

Conclusies

nietig te verklaren, voor zover nodig, de nota van 23 februari 2007, ref. ADMINB.2/MB/nb D(07)4623;

nietig te verklaren het in welke vorm dan ook tot stand gekomen besluit houdende afwijzing door de verwerende partij van het verzoek dat verzoeker op 10 oktober 2006 bij het tot aanstelling bevoegd gezag heeft ingediend;

nietig te verklaren, voor zover nodig, het in welke vorm dan ook tot stand gekomen besluit houdende afwijzing van de klacht die verzoeker op 27 april 2007 bij het tot aanstelling bevoegd gezag heeft ingediend;

nietig te verklaren, voor zover nodig, de nota van 4 september 2007, ref. ADMIN.B.2/MB/ls D(07)19393;

vast te stellen dat de verwerende partij niet het juiste onderzoek - daaronder begrepen voorbereidende en aansluitende maatregelen - heeft uitgevoerd of afgesloten om alle, ook vroegere of latere, omstandigheden vast te stellen die op enigerlei wijze verband houden met het feit dat verzoeker op 29 oktober 2001 in de ruimten van de delegatie van de Europese Commissie in Angola, waar hij destijds als ambtenaar van verweerster werkzaam was, tijdens de diensttijd toevallig in contact kwam met een wit poeder van onbekende aard;

de onwettigheid te onderzoeken en vast te stellen van het verzuim om een onderzoek in te stellen;

de verwerende partij te verplichten, het onderzoek te verrichten of af te sluiten, naar aanleiding daarvan een aantal relevante handelingen te verrichten en verzoeker een reeks inlichtingen te verstrekken over de gebeurtenis van 29 oktober 2001 alsmede hem toegang te verlenen tot het monster van het poeder;

de verwerende partij ertoe te veroordelen, verzoeker als vergoeding voor het deel van de onherstelbare schade die door het uitblijven van een onderzoek tot op heden reeds is veroorzaakt, een bedrag te betalen van 3 000 000 EUR dan welk elk hoger of lager bedrag dat het Gerecht gerechtvaardigd en billijk acht;

de verwerende partij ertoe te veroordelen, verzoeker voor het deel van de schade die hierna als gevolg van het uitblijven van een onderzoek ontstaat, een bedrag te betalen van 300 EUR, dan welk elk hoger of lager bedrag dat het Gerecht gerechtvaardigd en billijk acht, voor elke dag vanaf morgen tot aan de dag waarop verzoeker, wanneer het onderzoek is uitgevoerd en alle voorbereidende en aansluitende maatregelen zijn getroffen, op de hoogte zal worden gesteld van het onderzoeksresultaat en dit resultaat in de ruimten van de delegatie en in de zetel van het directoraat-generaal Ontwikkeling en externe betrekkingen van de Europese Commissie op de juiste wijze bekend zal zijn gemaakt;

het gedrag van de verwerende partij vóór, tijdens, na en in verband met de gebeurtenis van 29 oktober 2001 vast te stellen, met uitzondering van het verzuim om een onderzoek in te stellen;

de onrechtmatigheid van dat gedrag te onderzoeken en vast te stellen;

de verwerende partij te veroordelen tot betaling van een bedrag van 5 000 000 EUR ter vergoeding van de schade die door dat gedrag is ontstaan, dan wel elk hoger of lager bedrag dat het Gerecht gerechtvaardigd en billijk acht;

de verwerende partij ertoe te veroordelen, verzoeker alle kosten en honoraria van de procedure te vergoeden, met inbegrip van die van een deskundigenrapport dat eventueel zal worden opgesteld teneinde vast te stellen of is voldaan aan de voorwaarden voor de veroordeling van de verwerende partij tot betaling van alle bovenvermelde bedragen aan verzoeker alsmede, meer in het algemeen, om alle feiten vast te stellen die voor de uitkomst van dit geding relevant zijn.

____________