Language of document :

Beroep ingesteld op 5 augustus 2010 - Lunetta / Commissie

(Zaak F-63/10)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Calogero Lunetta (Brussel, België) (vertegenwoordigers: L. Levi en C. Christophe Bernard-Glanz, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Voorwerp en beschrijving van het geding

Nietigverklaring van het besluit van de Commissie tot afsluiting van de procedure die naar aanleiding van het ongeval dat verzoeker op 13 augustus 2010 had, krachtens artikel 73 van het Statuut was ingeleid, en toekenning van een percentage voor blijvende gedeeltelijke invaliditeit van 6 %, alsook veroordeling van de verwerende partij tot betaling aan de verzoekende partij van een schadevergoeding.

Conclusies van de verzoekende partij

Het onderhavige verzoek ontvankelijk verklaren;

in voorkomend geval de verwerende partij uitnodigen tot overlegging van de beschikking van de president van het Hof van Justitie van de Europese Unie tot aanwijzing van de derde geneesheer van de medische commissie;

in voorkomend geval de verwerende partij uitnodigen tot overlegging van een kopie van de stukken van het onder nummer 10006353 geopende dossier;

het besluit van het TABG van 28 oktober 2009 tot afsluiting van de procedure die naar aanleiding van het ongeval dat verzoeker op 13 augustus 2001 had, krachtens artikel 73 van het Statuut was ingeleid, en tot toekenning van een percentage voor blijvende invaliditeit van 6 % alsook, voor zover nodig, het besluit van het TABG houdende afwijzing van de klacht nietig verklaren;

dientengevolge, vaststellen dat het percentage van de blijvende gedeeltelijke invaliditeit moet worden bepaald op basis van de regeling en tabel die op de dag van het ongeval en tot en met 1 januari 2006 van kracht waren, en dat het onderzoek van het verzoek dat verzoeker krachtens artikel 73 van het Statuut heeft ingediend, moet worden hervat door een medische commissie die op onpartijdige, onafhankelijke en neutrale wijze is samengesteld en die snel en in volledige onafhankelijkheid kan werken;

de verwerende partij veroordelen tot betaling van een naar billijkheid op 50 000 EUR (vijftigduizend EUR) vastgestelde vergoeding voor de immateriële schade die door de bestreden besluiten is veroorzaakt;

de verwerende partij veroordelen tot betaling van een voorlopig op 25 000 EUR (vijfentwintigduizend EUR) vastgestelde vergoeding voor de materiële schade die door de bestreden besluiten is veroorzaakt;

de verwerende partij veroordelen tot betaling van 12 % vertragingsrente over het bedrag dat krachtens artikel 73 van het Statuut verschuldigd is vanaf ten laatste 13 augustus 2002 en tot en met de volledige betaling van het bedrag;

de verwerende partij hoe dan ook veroordelen tot betaling van een naar billijkheids op 50 000 EUR (vijftigduizend EUR) vastgestelde vergoeding voor de schade die door de schending van de redelijke termijn is veroorzaakt;

de Europese Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

____________