CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL
M. SZPUNAR
van 13 september 2018 (1)
Zaak C‑70/17
Abanca Corporación Bancaria SA
tegen
Alberto García Salamanca Santos
[verzoek van de Tribunal Supremo (hoogste rechterlijke instantie, Spanje) om een prejudiciële beslissing]
„Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 93/13/EEG – Bescherming van de consument – Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten – Beding inzake vervroegde opeisbaarheid van een hypothecaire leningsovereenkomst – Artikel 6, lid 1 – Artikel 7, lid 1 – Vaststelling van het gedeeltelijk oneerlijke karakter – Bevoegdheden van de nationale rechter – Toepassing van een nationale bepaling van aanvullend recht”
en
Zaak C‑179/17
Bankia SA
tegen
Alfonso Antonio Lau Mendoza,
Verónica Yuliana Rodriguez Ramirez
[verzoek van de Juzgado de Primera Instancia nº 1 de Barcelona (rechtbank van eerste aanleg nr. 1 Barcelona, Spanje) om een prejudiciële beslissing]
„Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 93/13/EEG – Bescherming van de consument – Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten – Beding inzake vervroegde opeisbaarheid van een hypothecaire leningsovereenkomst – Artikel 6, lid 1 – Bevoegdheden van de nationale rechter – Toepassing van een nationale bepaling van aanvullend recht”