Language of document :

Beroep ingesteld op 21 april 2006 - Pimlott / Europol

(Zaak F-52/06)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoeker: Mike Pimlott (Porchester Hampshire, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordiger: D. C. Coppens, advocaat)

Verweerder: Europese Politiedienst (Europol)

Conclusies van verzoeker

Nietig te verklaren het besluit van Europol van 25 januari 2006;

Europol te veroordelen tot verlenging van verzoeksters overeenkomst voor een periode van 4 jaar, te weten van 1 januari 2006 tot 31december 2010;

Europol te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Na op 1 januari 2000 voor de eerste keer door Europol in dienst te zijn genomen voor aanvankelijk 4 jaar, heeft verzoeker met ingang van 1 januari 2002 een andere functie binnen dezelfde organisatie bekleed op grond van een nieuwe overeenkomst, welke op 31 december 2005 zou aflopen.

Met zijn beroep bestrijdt verzoeker het besluit van Europol om deze overeenkomst slechts voor 2 jaar te verlengen. Hij betoogt dat Europol hem immers vanaf het moment waarop hij zijn nieuwe functie op grond van de nieuwe overeenkomst is gaan vervullen, niet had dienen te beschouwen als een ambtenaar die van de autoriteiten van zijn staat van herkomst buitengewoon onbetaald verlof heeft verkregen, maar veeleer als een ambtenaar die geen enkele relatie meer onderhoudt met genoemde autoriteiten. Het onderscheid is relevant omdat in het eerste geval artikel 6, tweede streepje, van het statuut van het Europol-personeel van toepassing zou zijn, op grond waarvan met 2 jaar kan worden verlengd, maar in het tweede geval het derde streepje van dit artikel, op grond waarvan met 4 jaar kan worden verlengd.

Verzoeker betoogt dat hij in 2002 alle banden met zijn oorspronkelijke werkgever in het Verenigd Koninkrijk heeft verbroken en dat hij ervan overtuigd was dat deze laatste bijgevolg het personeelsregister zou wijzigen. Zelfs wanneer blijkt dat de Britse autoriteiten hem in werkelijkheid nooit uit dit register hebben geschrapt, hoeft verzoeker naar zijn oordeel in geen geval zèlf de gevolgen van deze nalatigheid te dragen.

____________