Language of document : ECLI:EU:F:2012:130

ARREST VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
VAN DE EUROPESE UNIE

(Eerste kamer)

18 september 2012

Zaak F‑58/10

Timo Allgeier

tegen

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

„Openbare dienst – Bijstandsplicht – Artikel 24 Statuut – Psychisch geweld – Administratief onderzoek”

Betreft: Beroep, ingesteld krachtens artikel 270 VWEU, van toepassing op het EGA-Verdrag op grond van artikel 106 bis ervan, waarbij Allgeier met name vraagt om nietigverklaring van het besluit van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (hierna: „FRA” of „Bureau”) tot afwijzing van zijn verzoek om bijstand alsmede om veroordeling van FRA tot betaling van een schadevergoeding aan hem.

Beslissing: Het besluit wordt nietig verklaard. FRA wordt veroordeeld tot betaling van het bedrag van 5 000 EUR aan verzoeker. FRA draagt zijn eigen kosten en wordt verwezen in verzoekers kosten.

Samenvatting

Ambtenaren – Op de administratie rustende bijstandsplicht – Uitvoering op het gebied van psychisch geweld – Indiening van verzoek om bijstand – Onderzoek binnen een bureau – Onderzoeker die voorzitter is van het bureau van een instituut dat belangrijke zakelijke relatie met dat bureau onderhoudt – Objectieve onpartijdigheid – Geen

(Ambtenarenstatuut, art. 24)

In het kader van een administratief onderzoek verband houdende met een verzoek om bijstand dat is ingediend wegens vermeend psychisch geweld, voldoet de onderzoeker niet aan de voorwaarden om zijn objectieve onpartijdigheid niet ter discussie te kunnen stellen, wanneer er een belangrijke zakelijke relatie bestaat tussen het instituut waarvan hij het bureau voorzit en het Bureau waarin hij het onderzoek leidt. De betrokkenen bij een dergelijk onderzoek kunnen gerechtvaardigde twijfel ondervinden over de vraag of de onderzoeker, die deze zakelijke relatie in stand wil houden, wordt geleid door de wil om geen afbreuk te doen aan de reputatie van het Bureau.

(cf. punten 62 en 64)