Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Rejonowy w Gliwicach (Polen) op 5 maart 2020 – D. Spółka Akcyjna / W. Zrt

(Zaak C-127/20)

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Sąd Rejonowy w Gliwicach

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: D. Spółka Akcyjna

Verwerende partij: W. Zrt

Prejudiciële vraag

Moet artikel 5, lid 3, van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/911 aldus worden uitgelegd dat een luchtvaartmaatschappij waarvan een vliegtuig een botsing met een vogel heeft gehad, gehouden is om – in het kader van de door haar te treffen redelijke maatregelen – reeds bij de op rotatie gebaseerde planning van haar vluchten voldoende tijd te reserveren voor het uitvoeren van de vereiste veiligheidscontrole?

    en in het geval van een ontkennend antwoord:

Moet artikel 5, lid 3, van verordening [nr. 261/2004] aldus worden uitgelegd dat een luchtvaartmaatschappij waarvan een vliegtuig een botsing met een vogel heeft gehad, gehouden is om als onderdeel van de door haar te treffen redelijke maatregelen dienstroosters of de omvang van de bemanning op een zodanige wijze vast te stellen dat de bemanning onmiddellijk na de uitvoering van de vereiste veiligheidscontrole gereed is voor de uitvoering van haar vliegdiensten, ongeacht de beperkingen van de vlieg- en diensttijden en de rustverplichtingen waarin is voorzien in bijlage III bij verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering2 ?

____________

1 PB 2004, L 46, blz. 1.

2 PB 2012, L 296, blz. 1.