Language of document :

Beroep ingesteld op 3 november 2006 - H / Raad

(Zaak F-127/06)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: H (vertegenwoordigers: S. Orlandi, A. Coolen, J.-N. Louis en E. Marchal, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

nietigverklaring van het besluit van de Raad van 15 maart 2006 om verzoekster ambtshalve te pensioneren, voor zover haar daarbij een invaliditeitspensioen uit hoofde van artikel 78, eerste alinea, van het Statuut wordt toegekend;

verwijzing van de verwerende partij in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster, die met ingang van 30 april 2003 wegens invaliditeit was gepensioneerd, is op 1 november 2004 herplaatst. Nadat zij een aantal malen wegens ziekte afwezig was geweest, heeft de Raad haar opnieuw gepensioneerd en haar met ingang van 1 april 2006 het in artikel 78, eerste alinea, van het Statuut bedoelde invaliditeitspensioen toegekend.

Tot staving van haar beroep stelt zij dat de invaliditeitscommissie geen uitspraak heeft gedaan over de oorzaak van haar ziekte of over een eventueel verband tussen de verergering van haar ziekte en haar arbeidsomstandigheden. De Raad heeft daarom niet over de noodzakelijke gegevens beschikt om vast te stellen, of zij recht had op het pensioen bedoeld in artikel 78, eerste alinea, van het Statuut dan wel het pensioen bedoeld in artikel 78, vijfde alinea. De voor verzoekster nadelige keuze van de Raad is onwettig.

Voorts stelt zij dat het besluit een kennelijk onjuiste beoordeling bevat van de aard van haar ziekte, die wel degelijk is verergerd door de hervatting van het werk en de met haar beroepswerkzaamheden verbonden stress.

____________