Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de tribunal correctionnel de Bordeaux (Frankrijk) op 20 februari 2020 – Procureur de la République/ENR Grenelle Habitat SARL, EP en FQ

(Zaak C-88/20)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Tribunal correctionnel de Bordeaux

Partijen in het hoofdgeding

Eiser: Procureur de la République

Verdachten: ENR Grenelle Habitat SARL, EP en FQ

Prejudiciële vragen

Staat artikel 50 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, uitgelegd in het licht van artikel 4 van protocol nr. 7 bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en de desbetreffende rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, in de weg aan cumulatie van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke punitieve vervolging naar aanleiding van hetzelfde materiële feit (telefonische colportage), dat onder twee verschillende kwalificaties wordt vervolgd?

Indien dat het geval is, zodat voor hetzelfde feit slechts één vervolging kan worden ingesteld, vereist artikel 49 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, waarin het legaliteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel inzake delicten en straffen zijn neergelegd, uitgelegd in het licht van de rechten en vrijheden van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en de desbetreffende rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, dan dat de voorwaarden en criteria voor de enige openstaande mogelijkheid tot vervolging vooraf worden vastgesteld, met name rekening houdend met de ernst van de overtreding?

Indien dat niet het geval is, hetgeen inhoudt dat cumulatie van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke punitieve vervolging mogelijk is, vereist artikel 49 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, waarin het legaliteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel inzake delicten en straffen zijn neergelegd, uitgelegd in het licht van de rechten en vrijheden van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en de desbetreffende rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, dan dat deze cumulatie voor hetzelfde materiële feit (telefonische colportage) beperkt blijft tot de meest ernstige gevallen en dat de op de ernst betrekking hebbende criteria vooraf worden vastgesteld?

____________