Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation (Frankrijk) op 24 juli 2020 – Bank Sepah / Overseas Financial Limited, Oaktree Finance Limited

(Zaak C-340/20)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Cour de cassation

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Bank Sepah

Verwerende partijen: Overseas Financial Limited, Oaktree Finance Limited

Andere partij: Procureur général près la Cour de cassation

Prejudiciële vragen

Moeten artikel 1, onder h) en j), en artikel 7, lid 1, van verordening (EG) nr. 423/20071 , artikel 1, onder i) en h), en artikel 16, lid 1, van verordening (EU) nr. 961/20102 , alsook artikel 1, onder k) en j), en artikel 23, lid 1, van verordening (EU) nr. 267/20123 aldus worden uitgelegd dat zij eraan in de weg staan dat op bevroren tegoeden zonder voorafgaande toestemming van de bevoegde nationale autoriteit een maatregel zonder directe onttrekkende werking wordt toegepast, zoals een gerechtelijke zekerheidstelling of een conservatoir beslag, waarin de Franse code des procédures civiles d’exécution voorziet?

Is het voor de beantwoording van de eerste vraag van belang dat de grond van de schuldvordering die moet worden geïnd bij de persoon of entiteit waarvan de tegoeden zijn bevroren, niets van doen heeft met Iraanse nucleaire en ballistische activiteiten en dateert van vóór resolutie 1737 (2006) van 23 december 2006 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties?

____________

1 Verordening (EG) nr. 423/2007 van de Raad van 19 april 2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB 2007, L 103, blz. 1).

2 Verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2007 (PB 2010, L 281, blz. 1).

3 Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (PB 2012, L 88, blz. 1).