Language of document : ECLI:EU:F:2008:28

BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN DE TWEEDE KAMER
VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN VAN DE EUROPESE UNIE

6 maart 2008 (*)

„Doorhaling”

In zaak F‑68/07,

betreffende een beroep krachtens artikel 40, lid 3, van de overeenkomst op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol‑overeenkomst) en artikel 93, lid 1, van het Statuut voor personeelsleden van Europol,

R. Gering, functionaris van de Europese Politiedienst, wonende te ’s-Gravenhage (Nederland), vertegenwoordigd door P. de Casparis, advocaat,

verzoeker,

tegen

Europese Politiedienst (Europol), vertegenwoordigd door D. El Khoury en B. Exterkate als gemachtigden, bijgestaan door B. Wägenbaur en R. van der Hout, advocaten,

verweerder,

geeft

DE PRESIDENT VAN DE TWEEDE KAMER VAN
HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

de navolgende

Beschikking

1        Bij op 24 januari 2008 ter griffie van het Gerecht neergelegde brief heeft R. Gering het Gerecht overeenkomstig artikel 74 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, dat op 1 november 2007 in werking is getreden, laten weten dat hij afstand deed van zijn beroep.

2        Bij op 8 februari 2008 ter griffie van het Gerecht ingekomen brief (het origineel is op 15 februari daaraanvolgend ingediend) heeft de Europese Politiedienst (Europol) het Gerecht laten weten geen bezwaar te hebben tegen de afstand door verzoeker, maar heeft hij verzocht verzoeker krachtens artikel 89, lid 5, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht te veroordelen in alle proceskosten.

3        Als gevolg van de afstand door verzoeker moet deze zaak overeenkomstig artikel 74 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht worden doorgehaald in het register van het Gerecht.

4        Krachtens artikel 122 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht zijn de bepalingen van het achtste hoofdstuk van de tweede titel van dit Reglement, betreffende de proceskosten en de gerechtskosten, slechts van toepassing op de zaken die vanaf de datum van inwerkingtreding van dit Reglement voor de procesvoering bij het Gerecht aanhangig zijn gemaakt. De ter zake relevante bepalingen van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht van eerste aanleg blijven krachtens artikel 3, lid 4, van besluit 2004/752/EG, Euratom van de Raad van 2 november 2004 tot instelling van een Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB L 333, blz. 7), van overeenkomstige toepassing op de vóór die datum aanhangige zaken.

5        Krachtens artikel 87, lid 5, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht van eerste aanleg wordt de partij die afstand doet van instantie in de proceskosten veroordeeld, voor zover dit door de wederpartij in haar opmerkingen over de afstand van instantie is gevorderd. Overeenkomstig artikel 88 van hetzelfde Reglement voor de procesvoering blijven in de gedingen tussen de Gemeenschappen en hun personeelsleden de kosten door de instellingen gemaakt evenwel te hunnen laste, onverminderd het bepaalde in artikel 87, lid 3, tweede alinea, van het Reglement voor de procesvoering, volgens hetwelk het Gerecht een partij, ook wanneer zij in het gelijk wordt gesteld, kan veroordelen tot vergoeding van de door haar toedoen aan de wederpartij opgekomen kosten die naar het oordeel van het Gerecht nodeloos of vexatoir zijn veroorzaakt.

6        In casu heeft verzoeker afstand gedaan nadat Europol een exceptie van niet-ontvankelijkheid overeenkomstig artikel 78, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht had opgeworpen. In deze omstandigheden zijn er, bij gebreke van gegevens in het dossier waaruit blijkt dat door verzoekers toedoen aan Europol nodeloos of vexatoir kosten zijn opgekomen, geen termen aanwezig om verzoeker in de kosten te veroordelen. Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht van eerste aanleg blijven de door Europol gemaakte kosten dus ten laste van deze laatste.

DE PRESIDENT VAN DE TWEEDE KAMER VAN
HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

beschikt:

1)      Zaak F‑68/07, Gering/Europol, wordt doorgehaald in het register van het Gerecht.

2)      Elke partij draagt haar eigen kosten.

Luxemburg, 6 maart 2008.

De griffier

 

      De president van de Tweede kamer

W. Hakenberg

 

      S. Van Raepenbusch


* Procestaal: Nederlands.