Language of document :

Beroep ingesteld op 2 mei 2007 - Fernandez García en García Rato / Hof van Justitie

(Zaak F-41/07)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Brígida Fernandez García (Luxemburg, Luxemburg) en Carolina García Rato (Luxemburg, Luxemburg) (vertegenwoordigers: S. Orlandi, A. Coolen, J.-N. Louis en E. Marchal, advocaten)

Verwerende partij: Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietigverklaring van de besluiten om verzoeksters als ambtenaren van de Europese Gemeenschappen aan te stellen, voor zover hun rang daarbij krachtens artikel 13 van bijlage XIII bij het Statuut is vastgesteld;

verwijzing van de verwerende partij in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters, die zijn geslaagd voor vergelijkend onderzoek CJ/LA/251 waarvan de aankondiging vóór 1 mei 2004 is bekendgemaakt, zijn aangeworven na de inwerkingtreding van verordening (EG, Euratom) nr. 723/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen.2

In hun beroep stellen verzoeksters allereerst dat de bestreden besluiten in strijd zijn met het door de aankondiging van vergelijkend onderzoek geschapen wettigheidskader. Krachtens artikel 13 van bijlage XIII bij het Statuut zijn zij immers in een lagere rang ingedeeld dan in die aankondiging aangegeven.

Voorts achten zij de bestreden besluiten in strijd met de artikelen 5, 29 en 31 van het Statuut en met de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie. Geslaagden voor hetzelfde vergelijkend onderzoek of voor een vergelijkend onderzoek van hetzelfde niveau zijn immers op verschillende niveaus ingedeeld naar gelang zij vóór of na de inwerkingtreding van verordening nr. 723/2004 zijn aangeworven.

Bovendien is het beginsel van gewettigd vertrouwen geschonden, aangezien zij mochten verwachten te worden ingedeeld in de rang die in de aankondiging van vergelijkend onderzoek was aangegeven om de ambten te vervullen waarnaar zij hadden gesolliciteerd.

____________

1 - PB C 182 A van 31.7.2002, blz. 8.

2 - PB L 124 van 27.04.2004, blz. 1.