Language of document :

Beroep ingesteld op 31 oktober 2007 - Vinci / Europese Centrale Bank

(Zaak F-130/07)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Fiorella Vinci (Schöneck, Duitsland) (vertegenwoordiger: B. Karthaus, advocaat)

Verwerende partij: Europese Centrale Bank

Conclusies

vast te stellen dat de opname van verweersters brieven (07) 139a H KK7bk HEAL en (07) 139b H KK/bk HEAL van 5 maart 2007, alsmede van het "Medical Certificate" van dokter Schön van 24 april 2007 in het persoonsdossier, en de opname van het resultaat van het onderzoek door de Deutsche Klinik für Diagnostik van 2 april 2004 naar de gezondheidstoestand van verzoekster in het medisch dossier, onrechtmatig zijn;

vast te stellen dat besluit (07) 772 PSR JMC/cc APPE van verweerster van 3 september 2007, houdende weigering om de persoonsgegevens die zijn vervat in de onder nr. 1 genoemde documenten, hieruit te verwijderen, onrechtmatig is;

vast te stellen dat het besluit van verweerster van 5 maart 2007 om verzoekster aan een medisch onderzoek te onderwerpen, nietig is;

verweerster te veroordelen tot betaling aan verzoekster van 10 000,00 EUR;

verweerster te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Met haar eerste conclusie wenst verzoekster te zien vastgesteld dat de opname van de hierin genoemde documenten in haar persoonsdossier respectievelijk in het afzonderlijk bijgehouden medisch dossier onrechtmatig is. De tweede conclusie heeft tot doel vast te stellen dat de weigering van verweerster om de onrechtmatig verkregen persoonsgegevens te verwijderen, onrechtmatig is. Ter ondersteuning wordt aangevoerd dat de verkrijging van medische gegevens en de opslag hiervan in strijd zijn met Staff Rule 5.13.4 van de Europese Centrale Bank (ECB), die ten eerste niet machtigt tot de verwerking van de categorieën van persoonsgegevens die worden genoemd in artikel 10 van verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (hierna: verordening nr. 45/2001), en ten tweede, anders dan artikel 10, lid 2, sub b, van verordening nr. 45/2001, niet voorziet in een doel dat verwerking noodzakelijk maakt.

Met de derde conclusie wordt nietigverklaring gevorderd van het besluit van verweerster van 5 maart 2007 waarin werd bepaald dat verzoekster zich diende te onderwerpen aan een medisch onderzoek. Verzoekster baseert zich daarvoor op misbruik van bevoegdheid en niet-inachtneming van wezenlijke vormvoorschriften die voortvloeien uit Staff Rule 5.13.4. Krachtens deze voorschriften is enkel de bij de ECB aangestelde "Medical Adviser", en niet de directe superieur van verzoekster, gemachtigd om verdere medische maatregelen, zoals bijvoorbeeld onderzoeken, te gelasten.

Bovendien wordt vergoeding gevorderd van de immateriële schade die verzoekster zou hebben geleden als gevolg van het feit dat zij zich moest onderwerpen aan een uitgebreid medisch onderzoek zonder dat daarvoor een toereikende rechtsgrondslag bestond.

____________