Language of document : ECLI:EU:F:2011:90

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
(Eerste kamer)

22 juni 2011

Zaak F‑33/10

Giorgio Lebedef

tegen

Europese Commissie

„Openbare dienst – Ambtenaren – Beoordelingsjaar 2005 – Loopbaanontwikkelingsrapport – AUB van artikel 43 van Statuut – Rapport opgesteld na arrest in zaak F‑36/07 – Kennelijke niet-ontvankelijkheid”

Betreft:      Beroep, ingesteld krachtens artikel 270 VWEU, van toepassing op het EGA-Verdrag op grond van artikel 106 bis ervan, waarmee Lebedef vraagt om nietigverklaring van het loopbaanontwikkelingsrapport over de periode van 1 januari tot en met 31 december 2005, zoals dat door de Commissie is opgesteld na de nietigverklaring van het op dezelfde periode betrekking hebbende vorige loopbaanontwikkelingsrapport bij arrest van het Gerecht van 7 mei 2008, Lebedef/Commissie (F‑36/07).

Beslissing:      Het beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker zal alle kosten dragen.

Samenvatting

1.      Ambtenaren – Beoordeling – Loopbaanontwikkelingsrapport – Opstelling – Ondertekening „voor akkoord” – Gevolgen – Afsluiting

(Ambtenarenstatuut, art. 43)

2.      Ambtenaren – Beroep – Voorafgaande administratieve klacht – Termijnen – Aanvang – Kennisgeving – Begrip – Kennisgeving van loopbaanontwikkelingsrapport in intern computersysteem van instelling – Raadpleging door ambtenaar die blijkt uit overzicht van systeem

(Ambtenarenstatuut, art. 90, lid 2)

1.      Het feit dat een ambtenaar zijn loopbaanontwikkelingsrapport heeft ondertekend met „voor akkoord” heeft noodzakelijkerwijs tot gevolg dat de procedure voor de opstelling van dat rapport wordt afgesloten.

De door de Commissie vastgestelde algemene uitvoeringsbepalingen van artikel 43 van het Statuut voorzien in een aantal gevallen van afsluiting van het loopbaanontwikkelingsrapport. De afsluiting kan meteen al volgen uit de aanvaarding van het rapport door het betrokken personeelslid dan wel door het ontbreken van een reactie zijnerzijds binnen de voorziene termijn van tien dagen. Indien een ambtenaar zijn loopbaanontwikkelingsrapport onaanvaardbaar acht, maar binnen de termijn van tien dagen niet duidelijk laat weten dat hij weigert het te aanvaarden, dan bevindt hij zich in een situatie die niet is voorzien in de algemene uitvoeringsbepalingen.

(cf. punten 29, 30, 32 en 33)

2.      Opdat een besluit naar behoren ter kennis is gebracht in de zin van artikel 90, lid 2, van het Statuut, moet het niet alleen aan de adressaat zijn meegedeeld, maar moet hij ook naar behoren kennis hebben kunnen nemen van de inhoud ervan.

Dit betekent dat op grond van de raadpleging van een loopbaanontwikkelingsrapport door een ambtenaar in het interne computersysteem van de instelling, die blijkt uit het overzicht van de raadplegingen van dat rapport in het systeem, kan worden aangetoond dat de betrokkene wel degelijk kennis heeft genomen van dat rapport. Dit geldt te meer wanneer de raadpleging van het loopbaanontwikkelingsrapport in het interne computersysteem nu juist tot doel heeft, het te ondertekenen teneinde het formeel af te sluiten.

Daar het interne computersysteem een beschermd systeem is waartoe de ambtenaar dankzij een persoonlijk wachtwoord toegang heeft, kan de betrouwbaarheid ervan niet in twijfel worden getrokken op basis van loutere beweringen over het bestaan van een gevaar van manipulatie van gegevens.

(cf. punten 38, 40 en 41)

Referentie:

Hof: 15 juni 1976, Jänsch/Commissie, 5/76, punt 10

Gerecht van eerste aanleg: 23 november 2005, Ruiz Bravo-Villasante/Commissie, T‑507/04, punt 29; 19 oktober 2006, Buendía Sierra/Commissie, T‑311/04, punt 121

Gerecht voor ambtenarenzaken: 25 april 2007, Kerstens/Commissie, F‑59/06, punten 34‑36