Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Beroep Brussel (België) op 24 april 2019 – DA / Romanian Air Traffic Services Administration (Romatsa), Roemenië, Eurocontrol - Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart – en FC, SC European Food SA, SC Starmill SRL, SC Multipack SRL / Romanian Air Traffic Services Administration (Romatsa), Roemenië, DA, Eurocontrol - Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart

(Zaak C-333/19)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Hof van Beroep Brussel

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: DA

Verwerende partijen: Romanian Air Traffic Services Administration (Romatsa), Roemenië, Eurocontrol - Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart

Andere partijen: Europese Commissie, FC, SC European Food SA, SC Starmill SRL, SC Multipack SRL

Verzoekende partijen: FC, SC European Food SA, SC Starmill SRL, SC Multipack SRL

Verwerende partijen: Romanian Air Traffic Services Administration (Romatsa), Roemenië, DA, Eurocontrol – Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart

Andere partij: Europese Commissie

Prejudiciële vragen

Moet besluit (EU) 2015/1470 van de Europese Commissie van 30 maart 2015 betreffende steunmaatregel SA.38517 (2014/C) (ex 2014/NN)1 aldus worden begrepen dat het ziet op het door Roemenië verschuldigde betalingen, zelfs indien deze te zijnen laste worden ingevorderd naar aanleiding van een bij de gerechten van een andere lidstaat dan Roemenië ingestelde procedure van gedwongen tenuitvoerlegging van de scheidsrechterlijke uitspraak van het ICSID van 11 december 2013?

Vereist het Unierecht als zodanig en ambtshalve dat een gerecht van een lidstaat (niet zijnde Roemenië) waarbij een beroep is ingediend tegen een procedure van gedwongen tenuitvoerlegging van een scheidsrechterlijke uitspraak van het ICSID, die volgens de procedurele bepalingen van die lidstaat kracht van gewijsde heeft, die uitspraak buiten toepassing laat op de enkele grond dat een niet-definitief besluit van de Europese Commissie dat na de uitspraak is vastgesteld, deze gedwongen tenuitvoerlegging van de uitspraak in strijd met de Europese staatssteunregeling acht?

Staat het Unierecht, met name het beginsel van loyale samenwerking of het beginsel van gezag van gewijsde, toe dat een nationaal gerecht van een lidstaat (niet zijnde Roemenië) zijn uit het ICSID-Verdrag voortvloeiende internationale verplichtingen niet nakomt indien de Europese Commissie na de uitspraak een besluit heeft vastgesteld dat de gedwongen tenuitvoerlegging ervan in strijd met de Europese staatssteunregeling acht, ook al heeft de Europese Commissie deelgenomen aan de scheidsrechterlijke procedure (daaronder begrepen het beroep tot nietigverklaring van de uitspraak) en middelen aangevoerd met betrekking tot de Europese staatssteunregeling?

____________

1     Besluit (EU) 2015/1470 van de Commissie van 30 maart 2015 betreffende steunmaatregel SA.38517 (2014/C) (ex 2014/NN) ten uitvoer gelegd door Roemenië — Scheidsrechterlijke uitspraak [...] van 11 december 2013 [Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 2112] (PB 2015, L 232, blz. 43).