Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 30 januari 2019 door Suzanne Saleh Thabet, Gamal Mohamed Hosni Elsayed Mubarak, Alaa Mohamed Hosni Elsayed Mubarak, Heidy Mahmoud Magdy Hussein Rasekh, Khadiga Mahmoud El Gammal tegen het arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 22 november 2018 in gevoegde zaken T-274/16 en T-275/16, Saleh Thabet e.a. / Raad

(Zaak C-72/19 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwiranten: Suzanne Saleh Thabet, Gamal Mohamed Hosni Elsayed Mubarak, Alaa Mohamed Hosni Elsayed Mubarak, Heidy Mahmoud Magdy Hussein Rasekh, Khadiga Mahmoud El Gammal (vertegenwoordigers: D. Anderson QC, B. Kennelly QC, J. Pobjoy, barrister, G. Martin, C. Enderby Smith, F. Holmey, solicitors)

Andere partij in de procedure: Raad van de Europese Unie

Conclusies

De rekwiranten verzoeken het Hof:

het bestreden arrest te vernietigen;

de zaak zelf af te doen en de litigieuze handelingen nietig te verklaren voor zover zij hen betreffen;

subsidiair de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht voor verdere afdoening met in achtneming van de beoordeling rechtens van het Hof van Justitie, en

de Raad te verwijzen in hun kosten van de procedures voor het Gerecht en het Hof.

Middelen en voornaamste argumenten

Eerste middel: het Gerecht heeft ten onrechte geoordeeld dat de Raad niet verplicht was om na te gaan of de Egyptische autoriteiten de aan de rekwiranten toekomende grondrechten van de Europese Unie hadden geëerbiedigd.

Tweede middel: het Gerecht heeft ten onrechte geoordeeld dat de Raad niet hoefde na te gaan of de gerechtelijke procedures en onderzoeken met betrekking tot de rekwiranten handelingen betreffen die de rechtsstaat in Egypte ondermijnen.

Derde middel: het Gerecht heeft ten onrechte geoordeeld dat de Raad geen kennelijke beoordelingsfout maakte door zich te baseren op zaak nr. 10427 (Al Watany Bank Allegations).

Vierde middel: het Gerecht heeft ten onrechte geoordeeld dat de Raad geen kennelijke beoordelingsfout maakte door zich te baseren op zaak nr. 8897 (Private Villa Refurbishment Case).

Vijfde middel: het Gerecht heeft ten onrechte geoordeeld dat de Raad geen kennelijke beoordelingsfout maakte door zich te baseren op zaak nr. 756 (Al-Ahram Establishment Gifts Allegation) en zaak nr. 53 (Dar El Tahrir Gifts Allegation)

Zesde middel: het Gerecht heeft ten onrechte geoordeeld dat de Raad geen kennelijke beoordelingsfout maakte door zich te baseren op zaak nr. 144 (Money Laundering Allegation).

____________