Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van Beroep te Gent (België) op 15 november 2018 – Procureur-generaal, andere partij: X

(Zaak C-717/18)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Hof van Beroep te Gent

Partijen in het hoofdgeding

Verzoeker: Procureur-generaal

Andere partij: X

Prejudiciële vragen

Laat artikel 2.2. van het Kaderbesluit EAB1 , zoals omgezet in Belgisch recht door middel van de Wet EAB, toe dat voor de beoordeling door de uitvoerende lidstaat van de daarin opgelegde maximale minimale strafdrempel van drie jaar beroep wordt gedaan op de strafwet die in de uitvaardigende lidstaat van toepassing is op het ogenblik van het uitvaardigen van het Europees aanhoudingsbevel?

Laat artikel 2.2. van het Kaderbesluit EAB, zoals omgezet in Belgisch recht door middel van de Wet EAB, toe dat voor de beoordeling door de uitvoerende lidstaat van de daarin opgelegde maximale minimale strafdrempel van drie jaar beroep wordt gedaan op een op het ogenblik van de uitvaardiging van het Europees aanhoudingsbevel geldende strafwet die de strafmaat verzwaarde, dit in vergelijking met de strafwet die geldig was in de uitvaardigende lidstaat op het ogenblik van de feiten?

____________

1     Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (PB 2002, L 190, blz. 1).