Language of document : ECLI:EU:F:2009:77

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

(Tweede kamer)

2 juli 2009

Zaak F‑98/08

Bart Nijs

tegen

Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen

„Openbare dienst – Ambtenaren – Bevordering – Bevorderingsronde 2008 – Beroep kennelijk ongegrond en kennelijk niet-ontvankelijk”

Betreft: Beroep, ingesteld krachtens artikel 236 EG en artikel 152 EA, waarmee Nijs vraagt om, enerzijds, nietigverklaring van het besluit van de Rekenkamer om hem in 2008 niet te bevorderen, zoals dit besluit volgt uit de lijst van in het kader van de bevorderingsronde 2008 bevorderde ambtenaren, opgesteld door het secretariaat-generaal van de Rekenkamer (Mededeling aan het personeel nr. 32-2008 van 5 mei 2008), waarop zijn naam niet voorkomt, alsmede van aan dit besluit voorafgaande en daarop volgende handelingen en, anderzijds, veroordeling van de Rekenkamer tot vergoeding van de schade.

Beslissing: Het beroep wordt deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond verklaard. Verzoeker zal alle kosten dragen.

Samenvatting

Ambtenaren – Beroep – Beroep tot nietigverklaring – Schadevordering – Niet-ontvankelijkheid wegens ontbreken van precontentieuze procedure met oog op schadevergoeding

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

Een schadevordering is kennelijk niet-ontvankelijk wegens niet-naleving van de precontentieuze procedure zoals deze is ingevoerd bij de artikelen 90 en 91 van het Statuut, wanneer de ambtenaar niet eerst een verzoek om vergoeding van de gestelde schade heeft ingediend.

(cf. punt 27)