Language of document :

Beroep ingesteld op 21 juli 2006 - Duyster / Commissie

(Zaak F-81/06)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekende partij: Tineke Duyster (Oetrange, Luxemburg) (vertegenwoordiger: W.H.A.M. van den Muijsenbergh, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

ontvankelijkverklaring van het beroep in zijn geheel;

nietigverklaring van de besluiten van het tot aanstelling bevoegd gezag (TABG) van 8 november 2005 en 11 mei 2006;

vergoeding van verzoekster voor geleden schade;

subsidiair, gehele of gedeeltelijke toewijzing van de hierna geformuleerde vorderingen of gehele of gedeeltelijke toewijzing van de vorderingen van verzoekster van 5 en 13 juli 2005;

verwijzing van verweerder in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

In het kader van de zaken F-51/051 en F-18/062 heeft verzoekster reeds het feit betwist dat de Commissie haar eerst met ouderschapsverlof heeft gestuurd voor de periode van 1 november 2004 tot en met 30 april 2005 en daarna, bij brief van 17 november 2005, het ouderschapsverlof heeft doen ingaan op 8 november 2004.

In de onderhavige zaak komt verzoekster op tegen de besluiten van de Commissie houdende niet-ontvankelijkverklaring van haar vorderingen tot schadevergoeding op grond van artikel 288 EG en artikel 90, lid 1, van het Ambtenarenstatuut, betreffende ongeveer 50 nalatigheden van de diensten van de Commissie.

Ter ondersteuning van haar beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaringen voert verzoekster met name de volgende middelen aan: i) de besluiten zijn gebaseerd op onjuiste feiten; ii) de inhoud en de ratio van artikel 90, leden 1 en 2, van het Ambtenarenstatuut zijn geschonden; iii) tegenstrijdigheden; iv) de besluiten zijn onduidelijk; v) het TABG heeft de rechtspraak inzake artikel 288 EG en artikel 90 van het Ambtenarenstatuut onjuist uitlegt en/of toepast; vi) het TABG gebruikt onjuiste argumenten; vii) het evenredigheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel alsmede het beginsel van belangenafweging zijn geschonden, de werkgever is zijn informatieplicht niet nagekomen en het beginsel van behoorlijk bestuur en het recht op een rechtsmiddel zijn geschonden.

____________

1 - PB C 217 van 3.9.2005 (deze zaak was eerst onder nummer T-249/05 bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen ingeschreven en is bij beschikking van 15.12.2005 aan het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie overgedragen).

2 - PB C 154 van 1.7.2006.