Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 10 augustus 2018 – Dr. Willmar Schwabe GmbH & Co. KG / Queisser Pharma GmbH & Co. KG

(Zaak C-524/18)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Dr. Willmar Schwabe GmbH & Co. KG

Verwerende partij: Queisser Pharma GmbH & Co. KG

Prejudiciële vragen

Gaat een verwijzing naar algemene, niet-specifieke voordelen op het gebied van de gezondheid reeds „gepaard met” specifieke gezondheidsclaims overeenkomstig de in de artikelen 13 en 14 van verordening (EG) nr. 1924/20061 bedoelde lijsten, in de zin van artikel 10, lid 3, van deze verordening, wanneer de verwijzing en de toegestane claims zich respectievelijk op de voorzijde en op de achterzijde van een verzamelverpakking bevinden en de claims volgens de in het maatschappelijk verkeer geldende opvattingen inhoudelijk weliswaar duidelijk verband houden met de verwijzing maar de verwijzing geen ondubbelzinnige referentie, zoals bijvoorbeeld een asterisk, naar de claims op de achterzijde bevat?

Moeten ook verwijzingen naar algemene, niet-specifieke voordelen in de zin van artikel 10, lid 3, van verordening (EG) nr. 1924/2006 onderbouwd zijn met bewijzen in de zin van artikel 5, lid 1, onder a), en artikel 6, lid 1, van deze verordening?

____________

1 Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (PB 2006, L 404, blz. 9).