Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Korkein hallinto-oikeus (Finland) op 19 april 2019 – Nobina Finland Oy

(Zaak C-327/19)

Procestaal: Fins

Verwijzende rechter

Korkein hallinto-oikeus

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Nobina Finland Oy

Andere partijen in de procedure: Helsingin seudun liikenne-kuntayhtymä, Oy Pohjolan Kaupunkiliikenne Ab

Prejudiciële vragen

Verzet richtlijn 2004/17/EG1 van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (richtlijn nutsbedrijven 2004) zich tegen een uitlegging volgens welke een aanbestedende dienst, in een situatie waarin op meerdere of alle percelen van een opdracht kan worden ingeschreven, met een clausule in de uitnodiging tot inschrijving het aantal percelen dat aan één inschrijver mag worden gegund kan beperken (beperkingsclausule)?

De beperkingsclausule die in de in casu betrokken oproep tot mededinging voor het busvervoer is opgenomen, bepaalt dat wanneer de aan een inschrijver gegunde voorwerpen van de opdracht het in de clausule vastgelegde maximumaantal voertuigdagen overschrijden, het voorwerp van de opdracht waarbij het puntenverschil tussen de beste en de op één na beste inschrijving, vermenigvuldigd met het aantal voertuigen van dat voorwerp van de opdracht, het kleinst is, overgaat naar de inschrijver die de op één na beste inschrijving heeft ingediend. De toepassing van de beperkingsclausule kan ertoe leiden dat aan de inschrijver die de beste inschrijving voor het voorwerp in kwestie heeft ingediend, op grond van de oproep tot mededinging, in totaal minder voertuigdagen worden gegund dan aan de inschrijver die de op een na beste inschrijving voor dat voorwerp van de opdracht heeft ingediend.

a)    Kan bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van de beperkingsclausule rekening worden gehouden met het concrete resultaat waartoe de toepassing van de in de oproep tot mededinging vervatte beperkingsclausule zou kunnen leiden, of moet in abstracto worden beoordeeld of een beperkingsclausule als aan de orde in het hoofdgeding volgens de richtlijn nutsbedrijven 2004 al dan niet is toegestaan?

b)    Zijn de in de uitnodiging tot inschrijving ter motivering van de clausule opgegeven omstandigheden, die verband houden met de vrijwaring van de concurrentiesituatie op het gebied van het vervoer per lijnbus in de regio Helsinki en met het verminderen van het bedrijfsrisico dat de overname van een groot vervoersvolume en het verzorgen van het vervoer op gewijzigde lijnen voor de kwaliteit van de vervoersvoorziening meebrengt, van belang bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van een beperkingsclausule als aan de orde in het hoofdgeding?

____________

1 PB 2004, L 134, blz. 1.