Hogere voorziening ingesteld op 14 augustus 2019 door CC tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 13 juni 2019 in zaak T-248/17 RENV, CC/Parlement
(Zaak C-612/19 P)
Procestaal: Frans
Partijen
Rekwirante: CC (vertegenwoordiger: G. Maximini, Rechtsanwalt)
Andere partij in de procedure: Europees Parlement
Conclusies
het arrest van het Gerecht van 13 juni 2019 in zaak T-248/17 RENV, met uitzondering van punt 3 betreffende de kosten, vernietigen;
het Parlement veroordelen tot volledige vergoeding van de door rekwirante geleden materiële en immateriële schade, volgens de in haar inleidend verzoekschrift F-9/12 vastgestelde berekeningsmethode;
het Parlement verwijzen in de kosten.
Middelen en voornaamste argumenten
Rekwirante verzoekt gedeeltelijke vernietiging van het arrest van 13 juni 2019 in de zaak CC/Parlement, T-248/17 RENV (behalve wat punt 3 van het dictum betreft), waarbij het Gerecht het Parlement heeft veroordeeld tot betaling aan rekwirante van 6 000 EUR en alle kosten, alsmede het beroep heeft verworpen voor het overige.
Ter ondersteuning van de hogere voorziening voert rekwirante vijf middelen aan:
Schending van artikel 106 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht – Schending van het rechtszekerheidsbeginsel – Schending van artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie;
Onjuiste rechtsopvattingen, doordat het Gerecht de gevraagde maatregelen van instructie en maatregelen tot organisatie van de procesgang niet heeft genomen;
Onjuiste opvatting van de aankondiging van het vergelijkend onderzoek – Miskenning van het arrest houdende de vernietiging – Onrechtmatige vervanging van de beoordeling – Schending van artikel 1 quinquies, lid 2, van het Ambtenarenstatuut;
Onjuiste rechtsopvatting, doordat het Gerecht bepaalde posten heeft uitgesloten van de beoordeling van het verlies van een kans;
Willekeurige beoordeling, onjuiste rechtsopvatting, geen motivering, geen onpartijdigheid.
____________