Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Amtsgericht Hamburg (Duitsland) op 28 september 2020 – BC / Deutsche Lufthansa AG
(Zaak C-467/20)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Amtsgericht Hamburg
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: BC
Verwerende partij: Deutsche Lufthansa AG
Prejudiciële vraag
Moeten artikel 5, lid 1, onder c), en artikel 7, lid 1, van verordening nr. 261/20041 , gelezen in samenhang met artikel 3, lid 5, van deze verordening, aldus worden uitgelegd dat een passagier die met een middels één enkele boeking aangekochte vlucht, bestaande uit twee deelvluchten (dat wil zeggen met overstap), is vertrokken vanaf een luchthaven buiten het grondgebied van een lidstaat (derde land), een tussenlanding maakt op een luchthaven van een derde land, en zijn bestemming op een luchthaven binnen het grondgebied van een lidstaat bereikt met een vertraging van meer dan drie uur die is ontstaan op de eerste deelvlucht, uitgevoerd door een in een derde land gevestigde luchtvaartmaatschappij op basis van een codesharingovereenkomst, zijn vordering tot compensatie op grond van deze verordening kan richten tegen de communautaire luchtvaartmaatschappij bij wie de vlucht in het kader van die ene boeking werd geboekt en die alleen de tweede deelvlucht heeft uitgevoerd?
____________
1 Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 (PB 2004, L 46, blz. 1).