Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 14 mei 2018 door Fred Olsen, S.A. tegen het arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 15 maart 2018 in zaak T-108/16, Naviera Armas, S.A./Europese Commissie

(Zaak C-319/18 P)

Procestaal: Spaans

Partijen

Rekwirante: Fred Olsen, S.A. (vertegenwoordigers: J. M. Rodríguez Cárcamo en A. M. Rodríguez Conde, abogados)

Andere partijen in de procedure: Naviera Armas, S.A. en Europese Commissie

Conclusies

Rekwirante verzoekt het Hof:

het arrest van het Gerecht van 15 maart 2018 in zaak T-108/16, Naviera Armas tegen de Commissie, ondersteund door Fred Olsen (EU:T:2018:145), in zijn geheel te vernietigen;

het verzoek van Naviera Armas tot nietigverklaring van besluit C(2015) 8655 final van de Commissie van 8 december 2015 betreffende steunmaatregel SA.36628 (2015/NN) (ex 2013/CP) – Spanje – Fred Olsen, in zijn geheel te verwerpen, en

de partijen die zich verzetten tegen de hogere voorziening te verwijzen in rekwirantes kosten in hogere voorziening, en Naviera Armas in de kosten die rekwirante in eerste aanleg heeft gemaakt.

Middelen en voornaamste argumenten

Eerste middel in hogere voorziening

Met haar eerste middel stelt rekwirante dat in het bestreden arrest geen motivering is gegeven met betrekking tot de selectiviteit van de maatregel, zoals is vereist door het arrest Commissie/Hansestadt Lübeck (C-524/14 P)1 .

Indien het Gerecht de selectiviteit van de maatregel had onderzocht in het licht van de uit dat arrest voortvloeiende criteria, had het zich moeten buigen over (i) het algemene referentiekader voor het havengeld dat rekwirante betaalt voor het gebruik van de havenfaciliteiten van Puerto de las Nieves, dat wil zeggen de in het nationale recht neergelegde havengeldregeling die van toepassing is op alle havens van de Canarische Eilanden, (ii) de vraag of rekwirantes situatie en die van andere exploitanten die van deze havenfaciliteiten gebruikmaken, waaronder Naviera Armas, al dan niet vergelijkbaar zijn wat de onderzochte maatregel betreft, en (iii) de vraag of er mogelijkerwijs sprake is van discriminatie bij de betaling van het havengeld.

De Commissie was in het litigieuze besluit van mening dat het feit dat rekwirante de enige gebruiker van de havenfaciliteiten van Puerto de las Nieves is, op zichzelf geen met staatsmiddelen bekostigd voordeel oplevert, aangezien rekwirante het normale bedrag aan havengeld betaalt dat voor alle marktdeelnemers geldt conform de regeling die van toepassing is op alle havens van de Canarische Eilanden. De Commissie was derhalve niet verplicht de selectiviteit van de maatregel te onderzoeken.

Daarentegen had het Gerecht bij de beoordeling van de vraag of er sprake was van een moeilijkheid in de zin van artikel 108, lid 2, VWEU, wel dat onderzoek moeten verrichten om te kunnen beoordelen of het havengeld dat rekwirante heeft betaald als tegenprestatie voor het feit dat zij de enige gebruiker van de havenfaciliteiten van Puerto de las Nieves is, haar een voordeel heeft opgeleverd.

Aangezien de motivering van het arrest op dit punt kennelijk ontoereikend is, kan niet worden nagegaan of er sprake is van dit vermeende voordeel en moet het arrest van het Gerecht dan ook in zijn geheel worden vernietigd.

Tweede middel in hogere voorziening

Met haar tweede middel betoogt rekwirante dat het besluit van de Commissie, waarin het criterium van de particuliere investeerder niet werd toegepast, toereikend was gemotiveerd.

Het Gerecht was van oordeel dat de motivering van het besluit ontoereikend was, aangezien de Commissie naar het oordeel van het Gerecht het criterium van de particuliere investeerder in een markteconomie had moeten toepassen.

Afgezien van het feit dat rekwirante de enige gebruiker van de havenfaciliteiten van Puerto de las Nieves is, bevat het arrest van het Gerecht echter geen aanwijzingen dat deze situatie haar een voordeel oplevert met betrekking tot de betaling van havengeld voor het gebruik van de havenfaciliteiten. In casu is er geen sprake van een overeenkomst of korting bij het betalen van havengeld door rekwirante, noch van discriminatie van andere exploitanten, zoals Naviera Armas, waar het gaat om het betalen van havengeld.

Derhalve zijn de arresten in de zaken Freistaat Sachsen en Land Sachsen-Anhalt/Commissie (T-443/08 en T-455/08)2 , Ryanair/Commissie (T-196/04)3 en Aéroports de Paris/Commissie (T-128/98)4 in deze zaak niet van toepassing.

Daarom moet het arrest van het Gerecht in zijn geheel worden vernietigd en moet het besluit van de Commissie in zijn geheel worden gehandhaafd.

____________

1     Arrest van 21 december 2016, Commissie/Hansestadt Lübeck (C-524/14 P, EU:C:2016:971).

2     Arrest van 24 maart 2011, Freistaat Sachsen en Land Sachsen-Anhalt/Commissie (T-443/08 en T-455/08, EU:T:2011:117).

3     Arrest van 17 december 2008, Ryanair/Commissie (T-196/04, EU:T:2008:585).

4     Arrest van 12 december 2000, Aéroports de Paris/Commissie (T-128/98, EU:T:2000:290).