Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 18 februari 2019 door Vans, Inc. tegen het arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 6 december 2018 in zaak T-817/16, Vans, Inc./Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

(Zaak C-123/19 P)

Procestaal: Duits

Partijen

Rekwirante: Vans, Inc. (vertegenwoordigers: M. Hirsch en M. Metzner, Rechtsanwälte)

Andere partijen in de procedure: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) en Deichmann SE

Conclusies

1.    vernietiging van het arrest van het Gerecht van de Europese Unie (Negende kamer) van 6 december 2018 in zaak T-817/16, vernietiging van de beslissing van de vierde kamer van beroep van 21 september 2016 in zaak R 2030/2015-4 en afwijzing van de oppositie in haar geheel;

2.    verwijzing van de verwerende partij in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Het Gerecht heeft ten onrechte geoordeeld dat opposante het oudere merk voldoende onderbouwd heeft; het Gerecht heeft met name het begrip „gelijkwaardig document” in de zin van artikel 19, lid 2, onder a), ii), van verordening (EG) nr. 2868/951 [thans artikel 7, lid 2, onder a), ii) van gedelegeerde verordening (EU) 2018/625]2 te ruim uitgelegd.

Anders dan het Gerecht van oordeel is, is een uittreksel uit databank TMView geen „gelijkwaardig document” in de zin van artikel 19, lid 2, onder a), ii), van verordening nr. 2868/95; dit volgt ten eerste uit de duidelijke bewoordingen van de bepaling, die met betrekking tot gelijkwaardige documenten die worden geaccepteerd verwijst naar de aard en niet naar de oorsprong van het document, en ten tweede uit de ratio van de bepaling.

Ook vanwege de eigenschappen van de databank kan een uittreksel uit TMView niet als bewijs dienen.

Derhalve dient de oppositie te worden afgewezen wegens de ontoereikende bewijsvoering over het bestaan van het oudere recht.

Het Gerecht heeft ten onrechte geoordeeld dat er verwarringsgevaar zou bestaan tussen de twee conflicterende tekens; het Gerecht heeft weliswaar vastgesteld dat er verschillen bestaan tussen de tekens, maar heeft daar verder geen rekening mee gehouden bij de beoordeling van de visuele overeenstemming van de tekens en heeft, zonder dit nader te motiveren, slechts algemeen overwogen dat er een gemiddelde visuele overeenstemming tussen de tekens bestaat.

____________

1 Verordening van de Commissie van 13 december 1995 tot uitvoering van verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk (PB 1995, L 303, blz. 1).

2 Gedelegeerde verordening van de Commissie van 5 maart 2018 ter aanvulling van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Uniemerk en tot intrekking van gedelegeerde verordening (EU) 2017/1430 (PB 2018, L 104, blz. 1).