Language of document :

Beroep ingesteld op 12 maart 2018 – Europese Commissie / Republiek Slovenië

(Zaak C-188/18)

Procestaal: Sloveens

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: P. Ondrůšek, G. von Rintelen en M. Žebre)

Verwerende partij: Republiek Slovenië

Conclusies

vaststellen dat de Republiek Slovenië, door niet uiterlijk op 18 april 2016 alle wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die noodzakelijk zijn voor de omzetting van richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten (PB L 94 van 28 maart 2014, blz. 1), of althans door deze maatregelen niet aan de Commissie mee te delen, de krachtens artikel 51 van die richtlijn op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen;

de Republiek Slovenië overeenkomstig artikel 260, lid 3, VWEU veroordelen tot betaling van een dwangsom van 8 992,32 EUR per dag vanaf de datum van uitspraak van het arrest in de onderhavige zaak;

de Republiek Slovenië verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Volgens artikel 51 van richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten diende de Republiek Slovenië uiterlijk op 18 april 2016 de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken die noodzakelijk zijn om te voldoen aan deze richtlijn. Gelet op het feit dat de Republiek Slovenië bij het verstrijken van deze termijn de Commissie niet ervan in kennis heeft gesteld dat alle bepalingen van die richtlijn waren omgezet, heeft de Commissie besloten deze zaak aanhangig te maken bij het Hof.

Met haar beroep verzoekt de Commissie het Hof om de Republiek Slovenië te veroordelen tot betaling van een dwangsom van 8 992,32 EUR per dag. De Commissie heeft bij de berekening van deze dwangsom rekening gehouden met de ernst en de duur van de schending van het Unierecht alsmede met de afschrikkende werking, gelet op het vermogen van de lidstaat, in casu de Republiek Slovenië, om de dwangsom te betalen.

De termijn voor omzetting van de richtlijn is verstreken op 18 april 2016.

____________