Language of document :

Beroep ingesteld op 23 mei 2019 – Europese Commissie / Hongarije

(Zaak C-400/19)

Procestaal: Hongaars

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Sipos, A. Lewis en E. Manhaeve, gemachtigden)

Verwerende partij: Hongarije

Conclusies

vaststellen dat Hongarije zijn verplichtingen krachtens artikel 34 VWEU en verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening der markten voor landbouwproducten1 niet is nagekomen, door de vaststelling van de verkoopprijzen voor landbouwproducten en levensmiddelen te beperken, met name gelet op artikel 3, lid 2, onder u), van de a mezőgazdasági és élelmiszeripari termékek vonatkozásában a beszállítókkal szemben alkalmazott tisztességtelen forgalmazói magatartás tilalmáról szóló, 2009. évi XCV. törvény (wet XCV van 2009 houdende een verbod op oneerlijke handelspraktijken ten aanzien van leveranciers met betrekking tot landbouwproducten en levensmiddelen);

Hongarije verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Wet XCV van 2009 houdende een verbod op oneerlijke handelspraktijken ten aanzien van leveranciers met betrekking tot landbouwproducten en levensmiddelen (hierna: „wet XCV van 2009”) heeft sectorspecifieke bepalingen ingevoerd voor de vaststelling van de detailhandelsprijzen van de betrokken producten.

De Commissie stelt dat artikel 3, lid 2, onder u), van wet XCV van 2009 niet ziet naar de kenmerken van de landbouwproducten en levensmiddelen, maar uitsluitend naar de verkoopmodaliteiten ervan, en derhalve moet worden beschouwd als een bepaling die betrekking heeft op verkoopmodaliteiten in de zin van het arrest Keck en Mithouard (zie arrest van 24 november 1993, Keck en Mithouard, C-267/91 en C-268/91, EU:C:1993:905). Rekening houdend met de gevolgen van deze maatregel moet worden vastgesteld dat het gaat om een maatregel van gelijke werking als een kwantitatieve beperking van de handel tussen de lidstaten in de zin van artikel 34 VWEU.

Volgens de Commissie heeft artikel 3, lid 2, onder u), van wet XCV van 2009 in werkelijkheid niet dezelfde gevolgen voor de verkoop van binnenlandse en ingevoerde producten en is het noch een passende maatregel noch een maatregel die in verhouding staat tot enig legitiem doel dat ermee verband houdt.

____________

1 Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB 2013, L 347, blz. 671).