Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland) op 19 december 2018 – Informatikgesellschaft für Software-Entwicklung (ISE) mbH / Stadt Köln

(Zaak C-796/18)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberlandesgericht Düsseldorf

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Informatikgesellschaft für Software-Entwicklung (ISE) mbH

Verwerende partij: Stadt Köln

Andere partij bij de procedure: Land Berlin

Prejudiciële vragen

Is een schriftelijke overeenkomst betreffende de terbeschikkingstelling van software door het ene overheidsorgaan aan het andere overheidsorgaan, waaraan een samenwerkingsovereenkomst is verbonden, een „overheidsopdracht” als bedoeld in artikel 2, lid 1, punt 5, van richtlijn 2014/24/EU1 , respectievelijk een – in ieder geval vooralsnog, behoudens het bepaalde in artikel 12, lid 4, onder a) tot en met c) – binnen het toepassingsgebied van de richtlijn vallende overeenkomst als bedoeld in artikel 12, lid 4, van de richtlijn, wanneer de ontvanger van de software hiervoor weliswaar een prijs noch een vergoeding van de kosten hoeft te betalen, maar de met de terbeschikkingstelling van de software verbonden samenwerkingsovereenkomst erin voorziet dat iedere samenwerkingspartner – en dus ook de ontvanger van de software – mogelijke toekomstige, echter niet verplichte eigen doorontwikkelingen van de software kosteloos aan de andere partner ter beschikking stelt?

Alleen indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord:

Moeten op grond van artikel 12, lid 4, onder a), van richtlijn 2014/24/EU de aan de burger te verlenen openbare diensten, die gezamenlijk moeten worden verleend, zelf voorwerp van de samenwerking van de deelnemende aanbestedende diensten zijn, of is het voldoende dat de samenwerking betrekking heeft op werkzaamheden die in dezelfde mate, maar niet verplicht gezamenlijk in een of andere vorm voor de te verlenen openbare diensten worden uitgevoerd?

Geldt binnen het kader van artikel 12, lid 4, van de richtlijn 2014/24/EU een ongeschreven zogenoemd verbod op bevoordeling en, zo ja, wat houdt dit in?

____________

1     Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van richtlijn 2004/18/EG (PB 2014, L 94, blz. 65).