Language of document : ECLI:EU:F:2013:210

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
VAN DE EUROPESE UNIE

(Derde kamer)

van 9 december 2013

Zaak F‑3/12

Luigi Marcuccio

tegen

Europese Commissie

„Openbare dienst – Ambtenaren – Sociale zekerheid – Artikel 72 van het Statuut –Besluit van de Commissie houdende weigering van 100 % vergoeding van de door de verzoeker gemaakte ziektekosten – Duur van de procedure – Beroep tot schadevergoeding – Hogere voorziening deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond”

Betreft:      Beroep, ingesteld krachtens artikel 270 VWEU, van toepassing op het EGA-Verdrag op grond van artikel 106 bis ervan, waarmee Marcuccio verzoekt om, kort samengevat, vergoeding van de schade die hij zou hebben geleden als gevolg van de buitensporig lange duur van de administratieve procedure betreffende het op 25 november 2002 door hem bij de Europese Commissie ingediende verzoek om 100 % vergoeding van zijn ziektekosten uit hoofde van artikel 72 van het Statuut voor de ambtenaren van de Europese Unie.

Beslissing:      Het beroep wordt deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk rechtens ongegrond verklaard. Marcuccio draagt zijn eigen kosten en wordt verwezen in de kosten van de Europese Commissie.

Samenvatting

Niet-contractuele aansprakelijkheid – Niet-nakoming van de motiveringsplicht – Buitencontractuele aansprakelijkheid van de Unie – Geen

(Art. 340, tweede alinea, VWEU)

Schending van de motiveringsplicht kan niet tot buitencontractuele aansprakelijkheid van de Unie leiden.

(cf. punt 33)

Referentie:

Gerecht van de Europese Unie: 20 november 2012, Marcuccio/Commissie, T‑491/11 P, punt 21 en aldaar aangehaalde rechtspraak