Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden op 21 oktober 2009 - Realchemie Nederland BV tegen Bayer CropScience AG
(Zaak C-406/09)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Hoge Raad der Nederlanden
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekster: Realchemie Nederland BV
Verweerster: Bayer CropScience AG
Prejudiciële vragen
Moet het begrip "burgerlijke en handelszaken" in artikel 1 EEX-Verordening
1 aldus worden uitgelegd dat deze verordening ook van toepassing is op de erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing die een veroordeling tot betaling van "Ordnungsgeld" op grond van § 890 Zivilprozessordnung (ZPO) inhoudt?
Moet artikel 14 van de Handhavingsrichtlijn aldus worden uitgelegd dat zij ook van toepassing is op een exequaturprocedure met betrekking tot
een in een andere lidstaat gegeven beslissing over een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht;
een in een andere lidstaat gegeven beslissing waarbij een dwangsom dan wel boete is opgelegd wegens overtreding van een verbod tot inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht;
in een andere lidstaat gegeven kostenbeslissingen die voortbouwen op de onder i) en ii) genoemde beslissingen?
____________1 - Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB 2001, L 12, blz. 1).