Language of document : ECLI:EU:F:2014:116

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
VAN DE EUROPESE UNIE

(Tweede kamer)

22 mei 2014

Zaak F‑62/13

Luigi Marcuccio

tegen

Europese Commissie

„Artikel 32, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering – Afbreuk aan de goede rechtsbedeling – Uitsluiting van de procedure van een vertegenwoordiger van een partij”

Betreft:      Beroep, ingesteld krachtens artikel 270 VWEU, van toepassing op het EGA-Verdrag op grond van artikel 106 bis ervan.

Beslissing:      Mr. A. wordt overeenkomstig artikel 32, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering uitgesloten van de procedure. Een kopie van deze beschikking zal worden gezonden aan de bevoegde Spaanse en Italiaanse autoriteiten, onder wier gezag Mr. A. valt.

Samenvatting

Gerechtelijke procedure – Vertegenwoordiging van de partijen – Uitsluiting van de procedure van een vertegenwoordiger van een partij

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken, art. 32, lid 1)

Het gedrag van een advocaat die een partij voor de Unierechter vertegenwoordigt, dat bestaat in de instelling van beroepen gebaseerd op soortgelijke feiten als die welke ertoe hebben geleid dat eerdere beroepen kennelijk ongegrond of kennelijk niet-ontvankelijk zijn verklaard, of gebaseerd op dezelfde middelen die kenmerkend zijn voor de neiging van die partij om systematisch en zonder onderscheid de contentieuze weg te kiezen, kan worden aangemerkt als onverenigbaar met de eisen van een goede rechtsbedeling.

Dit is het geval wanneer die advocaat met dat gedrag onoordeelkundig ertoe bijdraagt dat het querulantisme van de betrokken partij in stand blijft dat, gelet op het bijzonder hoge aantal bij de Unierechters ingestelde beroepen waarvan de omvang een normaal toegewijd advocaat in casu niet kon ontgaan, bijzonder schadelijk is voor de goede rechtsbedeling.

In deze omstandigheden moet toepassing worden gegeven aan artikel 32, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken, door de raadsman uit te sluiten van de procedure. Deze uitsluiting verplicht de belanghebbende partij om een andere raadsman te nemen, maar doet niet af aan het oordeel dat het Gerecht voor ambtenaren zaken over het beroep ten gronde zal geven, dat bij hem aanhangig blijft zolang die partij geen afstand van instantie heeft gedaan.

(cf. punten 12, 19, 20, 25 en 26)