Language of document :

Beroep ingesteld op 24 juni 2020 – Europese Commissie / Koninkrijk Spanje

(Zaak C-278/20)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: I. Martínez del Peral, J. Baquero Cruz en P.J.O. Van Nuffel, gemachtigden)

Verwerende partij: Koninkrijk Spanje

Conclusies

verklaren dat het Koninkrijk Spanje, door artikel 32, leden 3 tot en met 6, en artikel 34, lid 1, tweede alinea, van Ley 40/2015 en artikel 67, lid 1, derde alinea, van Ley 39/2015 vast te stellen en te handhaven, de verplichtingen niet is nagekomen die op deze lidstaat rusten krachtens het doeltreffendheids- en het gelijkwaardigheidsbeginsel, die grenzen stellen aan de autonomie van de lidstaten bij de vaststelling van de materiële en formele voorwaarden voor hun aansprakelijkheid voor schade die particulieren lijden als gevolg van schendingen van het Unierecht;

het Koninkrijk Spanje verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Het onderhavige beroep wegens niet-nakoming, ingesteld krachtens artikel 258 VWEU, heeft betrekking op artikel 32, leden 3 tot en met 6, en artikel 34, lid 1, tweede alinea, van Ley 40/2015, de 1 de octubre de 2015, de Régimen Jurídico del Sector Público (wet 40/2015 van 1 oktober 2015 inzake de wettelijke regeling voor de overheidssector) en artikel 67, lid 1, derde alinea, van Ley 39/2015, de 1 de octubre de 2015, del Procedimiento Administrativo Común de las Administraciones Públicas (wet 39/2015 van 1 oktober 2015 betreffende de gemeenschappelijke bestuurlijke procedure van de overheden).

Bij de betrokken bepalingen is de regeling voor de aansprakelijkheid van de staat als wetgever voor schendingen van het Unierecht, met toevoeging van een aantal materiële voorwaarden, in lijn gebracht met de regeling voor schendingen van de Spaanse grondwet door handelingen van de wetgever.

Het gelijktrekken van deze twee regelingen en de daarin geformuleerde procedurele eisen maken het verkrijgen van schadevergoeding voor schendingen van het Unierecht door de Spaanse wetgever onmogelijk of uiterst moeilijk, hetgeen in strijd is met het doeltreffendheidsbeginsel.

Voorts zijn de materiële voorwaarden die zijn toegevoegd voor schendingen van het Unierecht in strijd met het gelijkwaardigheidsbeginsel, doordat de vergoeding van door de Spaanse wetgever veroorzaakte schade in strijd met dat recht wordt onderworpen aan voorwaarden die ongunstiger zijn dan die welke gelden wanneer er sprake is van schade als gevolg van een schending van de Spaanse grondwet.

____________