Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 8 december 2007 door Akzo Nobel Chemicals Ltd en Akcros Chemicals Ltd tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Eerste kamer) van 17 september 2007 in zaak T-253/03, Akzo Nobel Chemicals Ltd en Akcros Chemicals Ltd / Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak C-550/07 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwiranten: Akzo Nobel Chemicals Ltd en Akcros Chemicals Ltd (vertegenwoordigers: C. Swaak, M. Mollica en M. van der Woude, advocaten)

Andere partijen in de procedure: Commissie van de Europese Gemeenschappen, Council of the Bars and Law Societies of Europe (CCBE), Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten, European Company Lawyers Association (ECLA), American Corporate Counsel Association (ACCA) - European Chapter, International Bar Association

Conclusies

vernietiging van het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 17 september 2007 in zaak T-253/03, voor zover daarbij het verzoek om bescherming van de vertrouwelijkheid van de communicatie met de bedrijfsjurist (advocaat in dienstbetrekking) van Akzo Nobel is afgewezen;

nietigverklaring van de afwijzende beschikking van de Commissie van 8 mei 2003, voor zover daarbij is geweigerd de e-mailcorrespondentie met de bedrijfsjurist van Akzo Nobel (onderdeel van de documenten van serie B) terug te geven;

verwijzing van de Commissie in de kosten van de procedure voor het Gerecht van eerste aanleg voor zover zij verband houden met de grief in de onderhavige hogere voorziening.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwiranten betogen dat het Gerecht van eerste aanleg, door deze vordering af te wijzen, het gemeenschapsrecht heeft geschonden. In het bijzonder stellen rekwiranten dat het Gerecht van eerste aanleg, door een eenzijdige en letterlijke uitlegging van enkele punten van het arrest AM&S Europe/Commissie1 te volgen:

1.    het beginsel van de bescherming van de vertrouwelijkheid van de communicatie tussen advocaat en cliënt, zoals dit in het arrest AM&S is uiteengezet, verkeerd heeft uitgelegd, en aldus het beginsel van gelijke behandeling heeft geschonden (deel B);

2.    subsidiair, door te weigeren het beginsel van de bescherming van de vertrouwelijkheid van de communicatie tussen advocaat en cliënt te herinterpreteren in het licht van de belangrijke ontwikkelingen op juridisch gebied, de algemene beginselen van bescherming van de rechten van de verdediging en van rechtszekerheid heeft geschonden (deel C), en

3.    meer subsidiair, artikel 5 EG (beginsel dat bevoegdheid moet zijn verleend) en het beginsel van de autonomie van de nationale procedure heeft geschonden (deel D).

____________

1 - Zaak 155/79, Jurispr. 1982, blz. 1575.