Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Berlin (Duitsland) op 19 juni 2020 – Aurubis AG / Bundesrepublik Deutschland

(Zaak C-271/20)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgericht Berlin

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Aurubis AG

Verwerende partij: Bundesrepublik Deutschland, vertegenwoordigd door het Umweltbundesamt

Prejudiciële vragen

1.    Is voldaan aan de voorwaarden van artikel 3, onder d), van besluit 2011/278/EU1 van de Commissie voor een kosteloze toewijzing van emissierechten op basis van een subinstallatie met brandstofemissiewaarde, wanneer in een installatie ter vervaardiging van non-ferrometalen volgens bijlage I bij richtlijn 2003/87/EG in een flash-oven ter vervaardiging van primair koper zwavelhoudend koperconcentraat wordt gebruikt, en de voor het smelten van het kopererts in het concentraat benodigde niet-meetbare warmte in wezen door de oxidatie van de zwavel in het concentraat wordt geproduceerd, waardoor het koperconcentraat zowel als grondstof alsook als brandbaar materiaal voor de warmteproductie wordt gebruikt?

2.    Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord:

Kunnen aanspraken op de toewijzing van extra kosteloze emissierechten voor de derde handelsperiode na afloop van deze periode worden gehonoreerd met emissierechten voor de vierde handelsperiode wanneer het bestaan van zulke aanspraken pas na afloop van de derde handelsperiode bij een rechterlijke uitspraak wordt vastgesteld, of vervallen nog niet gehonoreerde toewijzingsaanspraken bij afloop van de derde handelsperiode?

____________

1     Besluit 2011/278/EU van de Commissie van 27 april 2011 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB 2011, L 130, blz. 1.)