Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 20 september 2019 door Quanta Storage, Inc. tegen het arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 12 juli 2019 in zaak T-772/15, Quanta Storage, Inc./Europese Commissie

(Zaak C-699/19 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirante: Quanta Storage, Inc. (vertegenwoordigers: B. Hartnett, Barrister, O. Geiss, Rechtsanwalt, W. Sparks, advocaat, T. Siakka, dikigoros)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

a)    het bestreden arrest vernietigen, voor zover daarbij het beroep wordt verworpen en Quanta Storage wordt verwezen in haar eigen kosten alsmede in vier vijfde van de kosten van de Commissie;

b)    het besluit van de Commissie van 21 oktober 2015 vernietigen (zaak AT39639 – Optical disc drives) voor zover het betrekking heeft op de rekwirante;

c)    subsidiair, de geldboete die de rekwirante is opgelegd verlagen;

d)    subsidiair, de zaak terugverwijzen naar het Gerecht, en

e)    de Commissie verwijzen in alle kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar hogere voorziening voert rekwirante de volgende vijf middelen aan.

Eerste middel: het Gerecht heeft de relevante juridische toets niet toegepast en heeft blijk gegeven van een onjuiste interpretatie van de bewijsmiddelen met betrekking tot schending van de rechten van verdediging doordat de Commissie verschillende inbreuken heeft vastgesteld.

Tweede middel: het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste interpretatie van de bewijsmiddelen met betrekking tot de rechten van verdediging en het recht op behoorlijk bestuur.

Derde middel: het Gerecht heeft een relevant punt niet in acht genomen of niet naar behoren begrepen en/of niet de juiste juridische toets toegepast met betrekking tot de tegenstrijdigheden in de omvang van de inbreuk.

Vierde middel: onjuiste interpretatie van de bewijsmiddelen, verzuim de juiste juridische toets toe te passen en/of verzuim op een relevant punt in te gaan of dat naar behoren te begrijpen met betrekking tot de niet-contractuele aansprakelijkheid van de rekwirante krachtens artikel 101 VWEU.

Vijfde middel: schending van de volledige rechtsmacht, onjuiste interpretatie van de bewijsmiddelen en ontoereikende motivering bij de berekening van de geldboete.

____________