Language of document :

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 16 juni 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverfassungsgericht - Duitsland) – Peter Gauweiler e.a. / Deutscher Bundestag

(Zaak C-62/14)1

(Prejudiciële verwijzing – Economisch en monetair beleid – Besluiten van de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) betreffende een aantal technische kenmerken van de rechtstreekse monetaire transacties van het Eurosysteem in de secundaire markten voor staatsobligaties – Artikelen 119 VWEU en 127 VWEU – Taken van de ECB en van het Europees Stelsel van centrale banken – Transmissiemechanisme van het monetair beleid – Handhaving van de prijsstabiliteit – Evenredigheid – Artikel 123 VWEU – Verbod van monetaire financiering van de lidstaten van de eurozone)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesverfassungsgericht

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Peter Gauweiler, Bruno Bandulet, Wilhelm Hankel, Wilhelm Nölling, Albrecht Schachtschneider, Joachim Starbatty, Roman Huber e.a., Johann Heinrich von Stein e.a., Fraktion DIE LINKE im Deutschen Bundestag

Verwerende partij: Deutscher Bundestag

in tegenwoordigheid van: Bundesregierung

Dictum

De artikelen 119 VWEU, 123, lid 1, VWEU en 127, leden 1 en 2, VWEU en de artikelen 17 tot en met 24 van Protocol (nr. 4) betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank moeten aldus worden uitgelegd dat zij het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) toestaan een programma vast te stellen voor de aankoop van staatsobligaties op de secundaire markt, zoals het programma dat is aangekondigd in het persbericht waarnaar wordt verwezen in de notulen van de 340e vergadering van de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) van 5 en 6 september 2012.

____________

1 PB C 129 van 28.4.2014.