Language of document :

Beroep ingesteld op 4 oktober 2019 – Koninkrijk der Nederlanden tegen Raad van de Europese Unie, Europees Parlement

(Zaak C-733/19)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekende partij: Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: M. Bulterman, M. Noort, P. Huurnink, gemachtigden)

Verwerende partijen: Raad van de Europese Unie, Europees Parlement

Conclusies

primair tot nietigverklaring van:

- Bijlage V, deel D, punt 1 met het pulsvisserijverbod,

- Bijlage V, deel D, punt 2 voor zover daarin wordt gesproken van een overgangsperiode, en voor zover daarin wordt gesproken van een voorwaarde om ten hoogste 5% van de boomkottervloot met de boomkor met elektrische stroom te laten vissen (punt 2, sub a), en

- Bijlage V, deel D, punten 3, 4 en 5, van de bestreden verordening1 ;

subsidiair, voor het geval dat het Hof niet de verzochte elementen uit Bijlage V, deel D nietig kan verklaren, tot nietigverklaring van Bijlage V, deel D in haar geheel, alsmede de bijzin “waarvan het gebruik […] wordt toegestaan” van artikel 7, lid 1, sub b), van de bestreden verordening waarin naar Bijlage V, deel D wordt verwezen;

meer subsidiair, voor het geval dat het Hof het primaire verzoek dan wel het subsidiaire verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van de bestreden verordening niet-ontvankelijk zou verklaren, tot nietigverklaring van deze gehele verordening; en

veroordeling van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Eerste middel: schending van artikel 3, lid 3, VEU juncto artikel 11 VWEU juncto artikel 191, lid 3, VWEU juncto artikel 2, artikel 3, sub c), h) en i) en artikel 6, lid 2, van de Basisverordening GVB2 en artikel 3, lid 1, van de bestreden verordening, doordat het Parlement en de Raad het pulsvisserijverbod en de overgangsperiode in de bestreden verordening niet hebben vastgesteld op basis van het best beschikbare wetenschappelijke advies.

Tweede middel: schending van artikel 3, lid 3, VEU juncto artikel 11 VWEU juncto artikel 173, leden 1 en 3, VWEU juncto artikel 2, artikel 3, sub h) en artikel 6, lid 2, van de Basisverordening GVB en artikel 3, lid 1, van de bestreden verordening, doordat het Parlement en de Raad het pulsvisserijverbod en de overgangsperiode in de bestreden verordening hebben vastgesteld in strijd met de plicht om innovatie en technologische ontwikkeling te stimuleren.

Derde middel: schending van artikel 3, lid 3, VEU juncto artikel 11 VWEU juncto artikel 191, lid 2, eerste alinea, VWEU juncto artikel 2, lid 2 en artikel 3, sub h), van de Basisverordening GVB en artikel 3, lid 1, van de bestreden verordening, voor zover het Parlement en de Raad het pulsvisserijverbod en de overgangsperiode in de bestreden verordening zouden hebben gebaseerd op het voorzorgsbeginsel.

____________

1     Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door middel van technische maatregelen, tot wijziging van de verordeningen (EG) nr. 1967/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en de verordeningen (EU) nr. 1380/2013, (EU) 2016/1139, (EU) 2018/973, (EU) 2019/472 en (EU) 2019/1022 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de verordeningen (EG) nr. 894/97, (EG) nr. 850/98, (EG) nr. 2549/2000, (EG) nr. 254/2002, (EG) nr. 812/2004 en (EG) nr. 2187/2005 van de Raad (PB 2019, L 198, blz. 105).

2     Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en besluit 2004/585/EG van de Raad (PB 2013, L 354, blz. 22).