Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Audiencia Provincial de Pontevedra (Spanje) op 13 november 2019 – D.A.T.A. e.a. / Ryanair D.A.C.

(Zaak C-827/19)

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Audiencia Provincial de Pontevedra (provinciale rechter Pontevedra, Spanje)

Partijen in het hoofdgeding

Appellanten: D.A.T.A., L.F.A., A.M.A.G., L.F.A., J.G.C., S.C.C., A.C.V., A.A.G., A.C.A., L.C.A., N.P.B. en P.C.A.

Geïntimeerde: Ryanair D.A.C.

Prejudiciële vragen

Kan de uitoefening van het stakingsrecht door het personeel van een luchtvaartmaatschappij als een „buitengewone omstandigheid” in de zin van artikel 5, lid 3, van verordening nr. 261/20[0]41 worden beschouwd wanneer tot de staking is opgeroepen door een vakbond teneinde betere arbeidsomstandigheden af te dwingen – dat wil zeggen wanneer zij niet is uitgelokt door een eerdere beslissing van de werkgever, maar is ingegeven door de eisen van de werknemers, – of gaat het daarentegen om een omstandigheid die inherent is aan de uitoefening van de activiteit van de luchtvaartmaatschappij?

Is de luchtvaartmaatschappij onder omstandigheden als in dit geding aan de orde verplicht om een wettelijk toelaatbare maatregel te treffen, zoals de passagiers vluchten aanbieden van maatschappijen die niet door de staking worden getroffen, ook indien zij voldoende op voorhand, zoals wettelijk vereist, over de staking is geïnformeerd?

Is bij de beoordeling of een staking van het cabinepersoneel van de luchtvaartmaatschappij een „buitengewone omstandigheid” in de zin van artikel 5, lid 3, van verordening nr. 261/20[0]4 is, relevant op welke wijze die staking wordt afgelast, met name wanneer de afgelasting het gevolg is van wederzijdse concessies van de conflicterende partijen?

____________

1     Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 (PB 2004, L 46, blz. 1).