Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Mokestinių ginčų komisija prie Lietuvos Respublikos vyriausybės (Litouwen) op 15 februari 2019 – AB Linas Agro / Muitinės departamentas prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos

(Zaak C-117/19)

Procestaal: Litouws

Verwijzende rechter

Mokestinių ginčų komisija prie Lietuvos Respublikos vyriausybės

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: AB Linas Agro

Verwerende partij: Muitinės departamentas prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos

Prejudiciële vragen

Moeten de verklaringen zoals uiteengezet in de overwegingen van verordening nr. 945/20051 , en met name in de overwegingen 20 tot en met 23, dat „als het stikstofgehalte van het betrokken product meer dan 28 gewichtspercenten bedraagt, het gehalte ammoniumnitraat altijd meer dan 80 gewichtspercenten bedraagt” worden begrepen als vaste aanname op basis waarvan kan worden geconcludeerd dat wanneer het betrokken product (meststof op basis van ammoniumnitraat) een stikstofgehalte (N) van 28 gewichtspercenten of meer heeft, het gehalte ammoniumnitraat altijd meer dan 80 gewichtspercenten bedraagt?

Is deze aanname van toepassing op de nieuwe typen van het betrokken product die zijn gespecificeerd in verordening nr. 945/2005, dat wil zeggen op NPK-meststoffen met een stikstofgehalte (N) dat gelijk is aan of hoger dan 28 gewichtspercenten, met een verhouding tussen ammoniumstikstof en nitraatstikstof van ongeveer 1:1 en met een fosfor- (P) en/of kaliumgehalte (K) van niet meer dan 12 gewichtspercenten, zoals de in het onderhavige geschil besproken meststof NPK 30-4-4?

Indien de vragen hierboven bevestigend worden beantwoord, is de bovengenoemde aanname in verordening nr. 945/2005 juridisch bindend, dat wil zeggen, kan hierop worden vertrouwd bij de indeling in de Taric-codes van NPK-meststoffen als gespecificeerd in punt 17 van de [verwijzingsbeslissing] van de commissie voor fiscale geschillen en, dienovereenkomstig, bij de toepassing van de geldende maatregelen (antidumpingrechten), ondanks het feit dat artikel 1, lid 1, en artikel 1, lid 3, van verordening nr. 945/2005 (en dienovereenkomstig artikel 1, lid 1, en artikel 1, lid 2, onder c), van verordening nr. 999/20142 , die ten tijde van de afronding van de invoerprocedures in kwestie van kracht was) het opleggen van definitieve antidumpingrechten niet koppelen aan het gehalte van het chemische element stikstof (N) in een product, maar aan het gehalte van de chemische verbinding ammoniumnitraat (AN) en aan het gehalte van fosfor en kalium in een product?

Kan met het oog op de indeling in Taric-codes van de in punt 17 van de[verwijzingsbeslissing] van de commissie voor fiscale geschillen bedoelde NPK-meststoffen en, dienovereenkomstig, met het oog op de toepassing van de geldende maatregelen (antidumpingrechten) – rekening houdend met de doelstellingen zoals uiteengezet in de overwegingen 35 en 36 van verordening nr. 945/2005 om de bestaande maatregelen toe te passen op nieuwe producttypen op basis van het evenredigheidsbeginsel en om de douaneprocedure en de toepassing van de passende rechten, die overeenkomen met het gehalte van het betrokken product dat is verwerkt in de samengestelde meststoffen, te vereenvoudigen – bij de berekening (bepaling) van het gehalte ammoniumnitraat van dergelijke meststoffen worden vertrouwd op de aanname als bedoeld in punt 16 van de [verwijzingsbeslissing] van de commissie voor fiscale geschillen? Met andere woorden, wordt, na de vaststelling van het stikstofgehalte (N) in de NPK-meststoffen als bedoeld in punt 17 van de [verwijzingsbeslissing] van de commissie voor fiscale geschillen (op basis van de door de importeur overgelegde documenten op het moment van de inklaring of tijdens laboratoriumtests), het gehalte ammoniumnitraat berekend (bepaald) gelet op de verhouding tussen het gehalte ammoniumnitraat (AN) en het stikstofgehalte (N) als gedefinieerd in overweging 20 van verordening nr. 945/2005, die afhankelijk is van het atoomgewicht van de elementen en 2,86 is, zonder dat aanvullende laboratoriumtests worden uitgevoerd om het exacte gehalte ammoniumnitraat te bepalen?

____________

1 Verordening (EG) nr. 945/2005 van de Raad van 21 juni 2005 tot wijziging van verordening (EG) nr. 658/2002 tot instelling van het definitieve antidumpingrecht op de invoer van ammoniumnitraat van oorsprong uit Rusland en tot wijziging van verordening (EG) nr. 132/2001 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op ammoniumnitraat uit onder andere Oekraïne, naar aanleiding van een gedeeltelijk herzieningsonderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van verordening (EG) nr. 384/96 (PB 2005, L 160, blz. 1).

2 Uitvoeringsverordening (EU) nr. 999/2014 van de Commissie van 23 september 2014 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op ammoniumnitraat van oorsprong uit Rusland naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB 2014, L 280, blz. 19).