Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad Varna (Bulgarije) op 19 oktober 2018 – Mitnitsa Varna / „Schenker” EOOD

(Zaak C-655/18)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Administrativen sad Varna

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij in cassatie: Mitnitsa Varna

Verwerende partij in cassatie:Schenker” EOOD

Prejudiciële vragen

Moet artikel 242, lid 1, onder a) en b), van verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie1 , aldus worden uitgelegd dat diefstal van onder het stelsel van douane-entrepots geplaatste goederen, in de specifieke omstandigheden van het hoofdgeding, een onttrekking van deze goederen in de zin van die bepaling vormt die tot oplegging van een financiële sanctie aan de vergunninghouder wegens een douanerechtelijke overtreding leidt?

Heeft oplegging van betaling van de tegenwaarde van de goederen die het voorwerp zijn van de douane-overtreding – in dit geval de onttrekking ervan uit het stelsel van douane-entrepots – het karakter van een bestuurlijke sanctie in de zin van artikel 42, leden 1 en 2, van verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie, en is een nationaal voorschrift dat voorziet in een dergelijke betaling, bovenop oplegging van een financiële sanctie, geoorloofd? Is deze regeling verenigbaar met de in artikel 42, lid 1, tweede zin, van de verordening opgelegde criteria van effectiviteit, proportionaliteit en het afschrikkende effect van de sancties die worden gesteld op niet-naleving van de douanerechtelijke voorschriften van de Unie?

____________

1 PB 2013, L 269, blz. 1.