Language of document :

Beroep ingesteld op 2 juni 2013 – ZZ/EIB

(Zaak F-55/13)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: ZZ (vertegenwoordiger: L. Isola, advocaat)

Verwerende partij: Europese Investeringsbank

Voorwerp en beschrijving van het geding

Nietigverklaring van verzoekers beoordelingsrapport over 2011, voor zover hij niet de beoordeling „exceptional performance” of „very good performance” heeft gekregen en niet wordt voorgedragen voor bevordering tot de functie D en, voor zover het de vaststelling van zijn doelstellingen voor 2012 betreft, nietigverklaring van de richtsnoeren voor het beoordelingsrapport 2011 en, ten slotte, veroordeling van de EIB tot vergoeding van de materiële en de immateriële schade die verzoeker zou hebben geleden

Conclusies van de verzoekende partij

nietig verklaren a) het besluit van 18 december 2012, voor zover het beroepscomité op grond van artikel 22 van het reglement voor de personeelsleden van de EIB en personeelsnota HR/P&O/2012-0103 van 29 maart 2013 verzoekers bezwaar tegen zijn beoordelingsrapport 2011 heeft afgewezen; b) het beoordelingsrapport over 2011, voor zover daarin de beoordelingen niet worden samengevat met de globale beoordeling „exceptional performance” of „very good performance” en, ten slotte, voor zover verzoeker daarbij niet wordt voorgedragen voor bevordering tot de functie D alsmede voor zover het de vaststelling van zijn doelstellingen voor 2012 betreft; c) alle daarmee verband houdende, daaropvolgende en daaraan voorafgaande handelingen, met name de bevorderingen waartoe is besloten op grond van de nota van de directeur personeelszaken van mei 2012, „Staff appraisal exercise, award of promotions and titles”, aangezien de EIB, gelet op de beoordeling door zijn meerderen, heeft verzuimd om verzoeker in aanmerking te nemen voor de „bevorderingen van de functie E tot de functie D”;

nietig of buiten toepassing verklaren de richtsnoeren die de directie personeelszaken heeft opgesteld bij nota RH/P&O/2011-0242 nr. 709 van 13 december 2011, „Guidelines to the 2011 annual staff appraisal exercise” van 14 december 2011, daaronder begrepen voor zover zij bepalen dat de eindbeoordeling wordt samengevat in een verslag, zonder echter aan te geven welke criteria de beoordelaar in acht moet nemen om een prestatie te kunnen aanmerken als „uitzonderlijk en boven verwachting”, „zeer goed” of „voldoet aan alle verwachtingen”;

de verwerende partij veroordelen tot vergoeding van de materiële en immateriële schade alsmede tot betaling van de kosten.